Veelgestelde vragen

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

! Let op sommige van deze vragen kunnen inmiddels verouderd zijn, raadpleeg dus altijd uw arts voor de juiste info. 

 

 

Wat zijn biomerkers?

Biomerkers of biomarkers, de term duikt steeds vaker op in de geneeskunde. Ze worden gebruikt in de preventie bij het screenen op bepaalde ziekten, bij het opsporen van bepaalde aandoeningen, bij het voorspellen of een bepaalde behandeling al dan niet zal aanslaan, bij ‘behandelingen op maat’ waar men het in de geneeskunde steeds vaker over heeft. Maar wat zijn biomerkers in feite?

Wat zijn biomerkers? Een biomerker (samentrekking van biologische merker) is een biologische kenmerk dat nauwkeurig en reproduceerdbaar kan gekwantificeerd worden. Dit kenmerk geldt als indicator van een bepaalde lichaamsfunctie, een ziekte of meer specifiek een bepaald stadium van een ziekte of de werking van een geneesmiddel.

DNA ALS VERTREKPUNT: Het DNA-onderzoek is de afgelopen jaren zo sterk geëvolueerd dat het bepalen van het genetische materiaal van elke individuele mens mogelijk is geworden. Het DNA vormt de genetische code voor het maken van eiwitten. In ons lichaam staan duizenden eiwitten met elkaar in contact en interageren op allerhande manieren. Op die manier zorgen zij ervoor dat ons lichaam functioneert zoals het hoort. Alles wat leeft (mensen, dieren, planten) heeft een eigen eiwitnetwerk. Fouten in dat eiwitnetwerk liggen aan de basis van heel wat afwijkingen en ziektes.

VROEGTIJDIGE OPSPORING: Door het geheel van eiwitten in een mens te bestuderen, kan men verschillen blootleggen tussen een ziek en een gezond persoon. Dankzij geavanceerde technologieën is dat niet langer een onmogelijk monnikenwerk, maar kunnen duizenden specifieke eiwitten in bloed en andere biologische stalen (urine, speeksel, uitgeademde lucht,…) binnen een redelijke tijdspanne worden geïdentificeerd. Dit laat toe ziektes veel eerder op te sporen dan vroeger het geval was, waardoor ook sneller met een behandeling kan worden gestart, waardoor de succeskansen van die behandeling toenemen. Eén van de ziektes waarbij biomerkers gebruikt worden om een vroegtijdige diagnose te stellen is de ziekte van Alzheimer. Tot nu toe kon men de ziekte van Alzheimer pas diagnosticeren als een patiënt het dementiestadium had bereikt. Met biomerkers kan dit veel eerder, zelfs voor de eerste symptomen. Dat is belangrijk omdat er nog geen genezing voor deze ziekte bestaat maar de beschikbare behandelingen wel een duidelijk effect hebben op de geheugenstoornissen en de gedragsproblemen. Hoe vroeger de patiënten hiermee kunnen behandeld worden, hoe doeltreffender. Ook op het vlak van preventie zullen in de toekomst zeker biomerkers worden ingezet als waarschuwingssignaal. Zo zouden hartpatiënten in de toekomst bijvoorbeeld een arts kunnen raadplegen nog voor ze in de acute fase van een hartinfarct verkeren.

EENVOUDIGERE OPSPORING: Een ander mooi voorbeeld. Elk jaar belanden 20.000 tot 30.000 Belgen in het ziekenhuis met een licht hoofdletsel na een val of een verkeersongeluk. Ruim 90% van hen ondergaat een CT-scan om te kijken of er al dan niet hersenschade is. Dat is bij amper 5% van hen het geval. Het bedrijf Roche Diagnostics ontwikkelde een test met als biomerker een welbepaald eiwit (S-100β) dat vrijkomt na beschadiging van de bloed-hersenbarrière. Ligt de concentratie van de biomerker lager dan 0,10 μg/l dan kan men hersenletsel met bijna 100% zekerheid uitsluiten. Zo kunnen heel wat omslachtige CT-scans vermeden worden.

BEHANDELING OP MAAT: Dankzij specifieke biomerkers kan men echter nog een stap verder gaan. Onze individuele verschillen maken immers dat niet elk geneesmiddel voor iedereen even doeltreffend is. Met biomerkers kan men de verschillen tussen de patiënten in kaart brengen en zo bepalen welke subgroepen van patiënten wel op een bepaalde behandeling reageren en welke niet. Dit maakt een veel gerichtere behandeling mogelijk. Bijvoorbeeld voor bepaalde kankerbehandeling wordt dit reeds toegepast. Zo kan men patiënten die toch niet zullen reageren een vervelende behandeling besparen.

Bron: 22 Oktober 2014 - Auteur : Leen Baekelandt http://plusmagazine.knack.be/nl/011-10850-Wat-zijn-biomerkers.html

Geplaatst: 2014-11-10

Top

Onder de scanner

Scan is een verzamelwoord voor een hele reeks beeldvormende onderzoeken. Afhankelijk van het gebruikte toestel of de techniek kunnen we een onderscheid maken tussen de CT-scan, de PET-scan en de MRI.

Lees er alles over via deze link: plusmagazine.knack.be/nl/

Geplaatst: 27/11/2012

Top

Eenheden en referentiewaarden van een laboratoriumtest

Om de uitslag van een laboratoriumtest te kunnen beoordelen, wordt deze meestal vergeleken met de zogenaamde. ‘referentiewaarden’ of ‘normaalwaarden’. Dit zijn de waarden zoals ze gevonden worden bij 95% van de gezonde mensen voor diezelfde test. Dat bij 5% een andere waarde wordt gevonden, geeft al aan dat een (lichte) afwijking niet meteen betekent dat er iets aan de hand is. Verder zijn referentiewaarden vaak afhankelijk van leeftijd en geslacht. Een kind in de groei bijvoorbeeld, heeft voor het aanmaken van botweefsel een grote hoeveelheid van een bepaalde stof nodig; wanneer diezelfde hoeveelheid bij een oudere wordt aangetroffen, dan kan dit duiden op een botziekte. Omdat mannen vaak meer spieren hebben, worden er voor het meten van spierschade, zoals bijvoorbeeld bij een hartaanval, bij mannen hogere referentiewaarden gehanteerd dan bij vrouwen. Daarom zijn voor veel testen referentiewaarden per groep vastgesteld. Daarnaast kan de uitslag van een test ook beïnvloed worden door andere factoren zoals zwangerschap, voedingspatroon en medicijngebruik.

Niet alle laboratoria gebruiken dezelfde analysemethoden en daarom kunnen uitslagen ook nog eens per laboratorium verschillen. Daarom kunnen uitslagen het beste worden vergeleken met de referentiewaarden die het laboratorium dat de test heeft uitgevoerd zèlf hanteert.
Om te kunnen vergelijken is het van belang dat uitslagen in dezelfde eenheid worden weergegeven. Het maakt immers nogal wat uit of iets in procenten of in hoeveelheden wordt gemeten!

Referentiewaarden zeggen dus niet alles. Uitslagen van testen hebben pas betekenis als ze worden gezien in relatie tot de specifieke situatie en omstandigheden van de patiënt.
Ziektegeschiedenis, aard van de klachten, lichamelijk onderzoek, conditie en medicijngebruik horen daarbij. De arts die de test(en) heeft aangevraagd, hoort als eerste te kunnen inschatten wat uitslagen in dit totale verband betekenen en wat de beste vervolgacties zijn.

Bron: www.uwbloedserieus.nl/

Geplaatst: 27/11/2012

Top

Vers op de markt: Biomedicijnen

In tegenstelling tot klassieke medicijnen, die meestal het resultaat zijn van een scheikundige synthese, worden biogeneesmiddelen door levende cellen aangemaakt.

Welke voordelen bieden ze? De klassieke geneesmiddelenmarkt maakt plaats voor meer dan 200 biofarmaceutische producten. "De sector staat daarmee op de drempel van een nieuw tijdperk", zegt Rudy Dekeyser, moleculair bioloog en partner van het pas opgerichte LSP-Health Economics Fund, een investeringsfonds voor innovaties in de gezondheidszorg. Dekeyser was jarenlang directeur van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Hij kent de geschiedenis van de biotechnologie dus als zijn broekzak.

"De basis van de biotechnologie werd gelegd in 1953, toen Watson en Crick de structuur van het DNA ontdekten", vertelt Dekeyser.

DNA structuur

"De dubbele helix is opgebouwd uit slechts vier verschillende bouwstenen, nucleotiden, die in onnoemelijk veel combinaties kunnen voorkomen." De volgorde van deze nucleotiden is extreem belangrijk en is de drager van de erfelijke informatie. Zoals met letters woorden, zinnen en boeken kunnen worden gemaakt, zo worden de vier letters van het DNA gebruikt om alle erfelijke eigenschappen van een individu te coderen. "Na de ontdekking van de structuur van het DNA was nog 20 jaar intensief speurwerk nodig eer het duidelijk was hoe erfelijke codes worden omgezet in reële eigenschappen", vervolgt Dekeyser. "Zo kwamen de eiwitten in beeld. DNA draagt namelijk de code voor de aanmaak van eiwitten, waaronder enzymen die voor actie zorgen in de cellen." Een nieuwe mijlpaal in de biotechnologie was het knip- en plakwerk van Boyer en Cohen. Deze twee Amerikaanse wetenschappers slaagden er in het begin van de jaren 1970 in om DNA te isoleren uit een bacterie, dat te verknippen en er een ander stukje DNA in te plakken. "Hun werk opende de deur naar de eerste biofarmaceutische producten", zegt Dekeyser. "Wetenschappers probeerden humane DNA-fragmenten te isoleren en in bacteriën te incorporeren, zodat die menselijke eiwitten gingen produceren. Met succes. In 1978 kon het biobedrijf Genentech insuline klonen. Enkele jaren later, in 1982, bracht farmabedrijf Eli Lilly humaan insuline op de markt, het allereerste biofarmaceuticum." Tot die tijd waren diabetici aangewezen op varkensinsuline, dat weliswaar sterk lijkt op het menselijke eiwit, maar toch voor heel wat problemen zorgde. Humaan insuline loste die problemen voorgoed op. Al snel werden andere menselijke eiwitten nagemaakt, waaronder groeihormoon, interferon en erytropoëtine (epo). Na de menselijke eiwitten namen de biotechneuten de virussen onder de loep. "Dankzij de isolatie van eiwitten uit de mantel van virulente virusstammen, slaagde men erin recombinante vaccins (die genetische kenmerken van verschillende virussen bevatten) te maken tegen bedreigende virussoorten. Op het einde van de jaren 1980 brachten Merck en GlaxoSmithKline het eerste recombinante vaccin tegen hepatitis B op de markt." Andere onderzoeksgroepen stortten zich op het nabouwen van antistoffen tegen menselijke eiwitten. De eerste monoklonale antistoffen waren een feit, gericht tegen menselijke cellen. "De eerste in de reeks was een antistof die de afweer selectief onderdrukt en wordt ingezet na orgaantransplantatie." Er volgden monoklonale antistoffen voor de behandeling van reuma en kanker.

De kruisbestuiving tussen biotechnologie en de geneesmiddelenindustrie heeft het farmaceutisch landschap voorgoed veranderd. "De biomedicijnen zijn nog wel duurder dan hun klassieke voorgangers," geeft Rudy Dekeyser toe, "maar ze openen wegen om ziektes te behandelen die voordien niet behandelbaar waren."

Bron: Knack Extra, 24 oktober 2012

Top

Wat is osteopenie? Wat is osteoporose? Het verschil uitgelegd.

Wat is osteopenie?

Osteopenie is een botaandoening die gekarakteriseerd wordt door een verminderde dichtheid van bot, wat leidt tot botverzwakking en een verhoogd risico op botbreuken. Osteopenie en osteoporose zijn gelijkaardige aandoeningen. Maar bij osteopenie is het botverlies echter minder ernstig als bij osteoporose. Osteopenie is eigenlijk het voorstadium van osteoporose. Dat betekent dat iemand met osteopenie meer kans op botbreuken heeft dan iemand met een normale botdichtheid maar dat hij minder kans op botbreuken heeft dan iemand met osteoporose.

Osteoporose is het gevorderde stadium. Letterlijk betekent het: poreus bot, of bot met gaten.

Osteomalacie, osteomyelitis en artrose zijn verschillende aandoeningen die vaak worden verward met osteopenie omdat ze vergelijkbaar klinken (artrose = osteoarthritis in het Engels). Osteomalacie is een aandoening van de mineralisatie van nieuw gevormd bot, waardoor het bot zwak blijft en vatbaarder is voor breuken. Er zijn veel oorzaken van osteomalacie, met inbegrip van vitamine D deficiëntie en lage fosfaat bloedspiegels. Osteomyelitis is infectie van het bot. Artrose is slijtage en verlies van het gewrichtskraakbeen en is het meest voorkomende type van de reumatische aandoeningen. Artrose veroorzaakt géén osteopenie, osteoporose, of een verminderde botdichtheid.

Wat zijn de oorzaken van osteopenie?

Osteopenie kent meerdere oorzaken. Oorzaken kunnen zijn:

  • genetisch (een erfelijke aanleg voor osteopenie of osteoporose, evenals andere genetische aandoeningen);
  • hormonale oorzaken, waaronder daling van het oestrogeen (zoals bij vrouwen na de menopauze) of van testosteron;
  • roken;
  • teveel alcohol;
  • mager en klein zijn;
  • onvoldoende beweging;
  • bepaalde medicijnen (zoals corticosteroïden);
  • malabsorptie tengevolge bepaalde aandoeningen (zoals Coeliakie);
  • chronische ontsteking als gevolg van medische aandoeningen (zoals reumatoïde artritis).

Wie moet getest worden voor osteopenie?

Niet iedereen moet worden getest voor een verminderde botdichtheid (osteopenie of osteoporose). Uw arts kan bepalen of u moet worden getest. Het wordt aanbevolen dat de volgende groepen van mensen getest worden:

  • vrouwen 65 jaar en ouder, en mannen 70 jaar en ouder;
  • post-menopauzale vrouwen;
  • mannen 50-69 jaar met een verhoogd risico op osteoporose;
  • volwassenen die een botbreuk hadden na de leeftijd van 50 jaar;
  • volwassenen met een medische aandoening die botverlies veroorzaakt (zoals reumatoïde artritis, of die medicatie nemen die botverlies kan veroorzaken (zoals prednison of andere steroïden);
  • iedereen die behandeld wordt voor osteoporose.

Bovenaan: normaal bot
Midden: bot aangetast door osteopenie; men ziet een begin van een gebrek aan calcium en lage botdichtheid
Onder: erge vorm van osteoporose

Bron: www.webmd.com

Mia, Vertaald en geplaatst: 9/09/2012

Top

Anesthesie door de eeuwen heen

Het was wachten tot halfweg de negentiende eeuw voor er iets ontstond dat lijkt op de anesthesie zoals we ze vandaag kennen. In de oudheid werden mensen bewusteloos geslagen of dronken gevoerd bij wijze van verdoving. De Grieken brouwden slaapverwekkende drankjes met papaversap, de Romeinen voegden alruin toe aan wijn. In de middeleeuwen geraakten verdovende kruiden als marihuana en nachtschade in zwang. Via het Oosten leerde de westerse mens opium kennen. In de negentiende eeuw leidden experimenten met lachgas, ether en chloroform tot iets dat op anesthesie begon te lijken. De uitvinding van de moderne anesthesie kan niet aan één enkele persoon worden toegeschreven, maar een goed gedocumenteerde prille demonstratie vond plaats op 16 oktober 1846, toen de Amerikaanse tandarts William Morton een kaaktumor verwijderde bij een patiënt die hij onder verdoving had gebracht door hem te laten inhaleren uit een glazen recipiënt waarin een spons met ether zat. De gecontroleerde toediening van een anestheticum is een mijlpaal in de moderne geneeskunde. Vanaf dat moment konden alsmaar complexere ingrepen worden uitgevoerd die tevoren onmogelijk waren. Het is niet overdreven te stellen dat anesthesie zo de basis heeft gelegd voor de moderne chirurgie.

Bron: UZ Magazine, maart 2012

Top

Wat zijn auto-immuunziekten?

Auto-immuunziekten worden veroorzaakt door een foutieve werking van het afweer- of immuunsysteem. Ze kunnen in ieder orgaan voorkomen, en soms in verschillende tegelijk. Auto-immuunziekten genezen kan niet, maar de meeste kunnen we wel onder controle houden. Sommige kunnen ook voor lange tijd of zelfs voor altijd uitdoven.

Lees verder op: www.gezondweb.be
Met medewerking van professor Jan Ceuppens, hoofd van de afdeling Allergie/Immunologie KULeuven

Top

TANDENBORSTELS KUNNEN UW GEZONDHEID SCHADEN…

Voor alle duidelijkheid: tandenborstels zijn belangrijke en nuttige instrumenten voor onze gezondheid. Maar soms bevatten ze ook miljoenen bacteriën... Met deze tips zorgt u ervoor dat ze echt nuttig zijn.

Verander regelmatig van tandenborstel
Traditioneel wordt aangeraden om elke drie maanden een nieuwe tandenborstel of opzetstuk te kopen. Die termijn is wel een absoluut maximum. In bepaalde situaties is het aanbevolen om nog vaker van tandenborstel te veranderen:

  • Als u ziek bent.
  • Als uw afweersysteem ontregeld of verzwakt is.
  • Als de tandenborstel tekenen van slijtage vertoont (de haartjes zijn bijvoorbeeld niet meer evenwijdig en recht).

Berg uw tandenborstel op de juiste manier op
Spoel uw tandenborstel zorgvuldig na elke poetsbeurt. Tandenborstels moeten verticaal geplaatst worden, met de kop naar boven. Leg ze dus niet horizontaal neer op een tablet waar de bacteriën zich kunnen vermeerderen. Gebruik ook geen opbergetuis die de kop van de tandenborstel bedekken, want ook die werken bacteriën in de hand. Vocht is het ideale milieu voor ziektekiemen. Droog uw tandenborstel dus tussen twee poetsbeurten in grondig af. Staat uw toilet in de badkamer? Let er dan op dat uw tandenborstels zo ver mogelijk van de wc verwijderd staan...

Goed uw tanden poetsen beschermt ook... de tandenborstel
Om het aantal bacteriën op uw tandenborstel te verminderen kunt u vóór elke poetsbeurt ook een bacteriëndodend mondbad gebruiken. Maar ook gewoon twee keer per dag grondig uw tanden poetsen helpt al. Hoe minder bacteriën er in uw mond zitten, hoe minder er na het poetsen op uw tandenborstel zullen achterblijven... Dat is logisch.

Bacteriën en gezondheid van mond en tanden
Bacteriën spelen een dubbele rol in de gezondheid van onze mond en tanden. Ze zijn een vijand, omdat een buitensporige vermeerdering van de bacteriën leidt tot de ontwikkeling van tandplaque, van aandoeningen van het tandvlees en van diverse infecties. Dit gezegd zijnde heeft het ook geen zin om paranoïde te worden. Onze mond is gewapend tegen de vele bacteriën die we bij het eten binnenkrijgen. Ze bevat verdedigingsmechanismen die in normale omstandigheden verhinderen dat ze te veel schade aanrichten.

Bron: www.e-gezondheid.be - Artikel gepubliceerd door Marion Garteiser, gezondheidsjournaliste op 22/02/2011

Top

Kraken nekwervels kan hersenbloeding veroorzaken

Enkele medische specialisten, een hoogleraar Alternatieve Geneeskunde uit Engeland en de gewezen Nederlandse minister van Volksgezondheid Els Borst hebben zondagavond 17 januari 2010 op Nederland 2 verklaard, dat behandelingen door alternatieve genezers erg gevaarlijk kunnen zijn. Chiropractors kunnen bij het 'kraken' van nekwervels namelijk een hersenbloeding veroorzaken. Ook de zogenoemde craniosacrale therapeuten, die beweren aan de hand van de manipulatie van nekwervels onrust bij huilbaby's weg te kunnen nemen, worden geviseerd. Twee jaar geleden stierf er in Nederland een baby van twee maanden oud aan die behandeling. Volgens een kinderarts werd de adem van de baby afgesneden tijdens de behandeling. Het kind stierf zo aan een hartstilstand.

Bron: www.gva.be van 17/01/2010

 

Geplaatst: 28 februari 2010

Top

In onze artikels en bij de rubriek O&O kom je soms de volgende termen tegen: 'step-up therapie', 'COBRA therapie' en 'BeSt studie'. Wat is het onderscheid tussen deze verschillende studies?

Step-up-therapie

Steeds zwaardere middelen worden toegevoegd. De step-up groep start met een "disease modifying anti-reumatische drug" (DMARD) in monotherapie. Inmiddels is aangetoond dat de step-up-therapie met eerst NSAID’s slechtere resultaten oplevert dan meteen DMARD’s.

COBRA therapie

COBRA staat voor COmbinatie therapie bij Reumatoïde Artritis. Deze therapie is een behandeling waarbij 3 reumaremmers gecombineerd worden om zo snel mogelijk de ontstekingsactiviteit te onderdrukken. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat dit namelijk erg belangrijk is voor het verdere beloop van RA in de toekomst.

Alle drie de geneesmiddelen zijn standaard bij de behandeling van RA. Onderzoek heeft echter aangetoond dat ze in de COBRA combinatie niet alleen krachtig werken, maar dat op deze manier ook de schade aan de gewrichten op de lange termijn beperkt kan worden. Ook wordt de therapie over het algemeen goed verdragen.

De 3 reumaremmers zijn

  1. methotrexaat, dit is een geneesmiddel dat 1x per week genomen wordt,
  2. sulfasalazine, dit geneesmiddel tweemaal per dag,
  3. prednisolon: in de eerste week een hoge dosis, dit wordt in de weken erna snel afgebouwd tot een lage onderhoudsdosis (7,5 mg per dag) in de zevende week.

De behandeling werkt vrijwel direct, en duurt in principe 28 weken. Daarna wordt geprobeerd één of meerdere geneesmiddelen geleidelijk aan te stoppen. Er wordt doorgegaan met tenminste één van de 3 geneesmiddelen omdat anders de mogelijkheid bestaat dat de klachten terugkomen.

BeSt

Om uit te maken wat de beste aanpak is bij reumatologie heeft het VUmc samen met twintig klinieken in Holland en Zeeland de BeSt-studie opgezet, een onderzoek naar de Beste Behandelingsstrategieën bij reumatoïde artritis. De BeSt-studie startte in 2000 en loopt nog tenminste door tot 2010.

Daarin worden vier vormen van behandeling met elkaar vergeleken: de sequentiële monotherapie (opeenvolgende behandeling met 1 medicijn), de step up-therapie, de cobra-aanpak en methotrexaat plus de TNF-blokker infliximab.

Aan het onderzoek doen 500 patiënten mee met vroege reumatoïde artritis. De voorlopige resultaten na 4 jaar zijn op het congres van het American College of Rheumatology gepresenteerd. Het ziet er naar uit dat de behandelingen volgens het COBRA-schema en die met methotrexaat en infliximab de beste resultaten geven.

Geplaatst: 10 mei 2009

Top

Wat is 'de ziekte van Paget'?

De botziekte van Paget (Osteïtis deformans) is genoemd naar sir James Paget, de hofchirurg van koningin Victoria. Hij beschreef het ziektebeeld in 1877 als ontstekingen van de beenderen (osteïtis) die gepaard gaan met vervormingen (deformans).

Tegenwoordig wordt Paget beschouwd als een plaatselijk ontregeld evenwicht tussen de aanmaak en afbraak van botweefsel wat resulteert in pijn en misvormingen en in breekbaar bot.

De verschijnselen hangen sterk af van de plaats waar het skelet is aangedaan. Is dat de schedel, dan kan dat tot hoofdpijn, oorsuizingen, duizeligheid en beginnende doofheid leiden. Bij aantasting van de ruggenwervels komen bijvoorbeeld rugstijfheid en chronische rugpijn voor. Karakteristiek voor Paget is dat de pijn bij rust niet verdwijnt.

Meestal is de ziekte pas na het 40e levensjaar waarneembaar. In de meeste gevallen is de botziekte van Paget asymptomisch (geen klachten) en wordt de ziekte slechts bij toeval ontdekt. Een (sterk) verhoogd alkalische fosfatase in het bloed kán een indicatie zijn van de aanwezigheid van de botziekte van Paget, met een botscan kan de ziekte worden aangetoond.

De botziekte van Paget kan niet genezen worden, wel kan door het gebruik van bisfosfonaten (tabletten of infuus) de ziekte vrijwel tot stilstand gebracht worden.

Geplaatst: 2 mei 2009

Top

Wat zijn 'agonisten' en 'antagonisten'?

Middelen die aangrijpen op receptoren (werking)

Veel cellen hebben op de buitenzijde van de celwand gespecialiseerde plekken, die wij receptoren noemen. Aan die receptoren kunnen zich lichaamseigen stoffen zoals hormonen binden, waardoor de cel verandert. Daarmee worden de lichaamsprocessen, waarin die cel een rol speelt, beïnvloed.

Agonisten zijn geneesmiddelen die een effect verhogen door zich aan de betreffende receptoren te binden. Antagonisten zijn stoffen die zich eveneens aan de receptoren binden, maar daar geen effect hebben en alleen de aanhechting van de lichaamseigen stoffen blokkeren.

Voorbeelden van antagonisten bij behandeling van RA zijn: TNF-alfa antagonisten infliximab, etanercept, en adalimumab; de B-cel antagonist rituximab; Imuran®; Kineret® (anakinra) een IL1 antagonist; de interleukine-6 receptor antagonist tocilizumab Actemra®.

Agonisten

Kleine eiwitten of organische molecules die zich binden aan de receptoren van eiwitten en hierdoor een verandering in de celactiviteit veroorzaken. Een agonist bootst het effect na van een lichaamseigen stof. Hij bindt zich aan de lege receptoren en vergroot zo het effect van de natuurlijke stof.


1. Natuurlijke stof
2. Agonist
3. Na inname
4. Voor inname
5. Verandering in de cel
6. Lichaamscel
7. Receptor

Antagonisten

Molecules die op de receptorplaats van een proteïne plakken. In tegenstelling tot agonisten onderdrukken of remmen de antagonisten de functie van het eiwit waaraan zij binden.

Een antagonist bindt zich aan de celreceptoren waardoor de lichaamseigen stof er niet meer kan werken.

In geval van 'blokkeren' spreekt men van antagonisten.


1. Lichaamseigen stof
2. Antagonist
3. Na inname
4. Voor inname
5. Verandering in de cel
6. Receptor

Methotrexaat is een foliumzuur-antagonist wat betekent dat dit medicijn de werking van foliumzuur in de celstofwisseling antagoneert (= blokkeert).

****

Eiwit engineering van uit de TNF familie

Cytokines zijn lichaamseigen eiwit- boodschapper moleculen die andere cellen stimuleren, remmen of zelfs aanzetten tot geprogrammeerde celdood (=apoptosis). Deze cytokines zijn essentieel voor ontwikkeling en behoud van meercellige organismen. Ze spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol bij botontwikkeling en bij het voorkomen van infecties en kanker.

Ontregeling van het cytokine signaalsysteem kan echter leiden tot diverse ziekten. Voorbeelden hiervan zijn kanker, osteoporosis, reumatoïde artritis en verschillende andere auto-immuun ziekten.

Door het ontwikkelen van cytokine agonisten of antagonisten kan een bestaande ontregeling van het cytokine signaalsysteem worden bestreden.

Een succesvol voorbeeld uit de praktijk zijn de Tumor Necrosis Factor (TNF) antagonisten Remicade en Enbrel die worden toegepast bij reumatoïde artritis en de ziekte van Crohn.

Bekijk ook de 'Verklarende woordenlijst'

Geplaatst: 25 april 2009

Top

welke bloedcontroles uitgevoerd worden om bijwerkingen van geneesmiddelen op te sporen?

Langwerkende reumaremmers (ook wel Disease Modyfying AntiRheumatic Drugs of DMARDs genoemd) worden veelvuldig gebruikt door mensen met een chronische gewrichtsontsteking. Deze middelen remmen de ontsteking waardoor de reumatische klachten afnemen en soms ook de beschadiging van het gewricht kan worden beperkt.

Helaas gaan deze middelen soms ook gepaard met bijwerkingen. Soms zijn dat klachten die direct merkbaar zijn zoals maag- en darmklachten, huiduitslag, infecties en vermoeidheid. Andere bijwerkingen - aan de nieren, de lever en het bloed - zijn niet van buiten af te voelen of te zien. Daarom laat de behandelend arts bij deze middelen af en toe wat bloed afnemen om zo te kijken of er geen vervelende bijwerkingen zijn.

De meest voorkomende testen

De behandelend arts vraagt regelmatig of je bijwerkingen voelt. Bij de bloedcontroles wordt bloed afgenomen door een zogeheten bloedprik (vena punctie). Afhankelijk van het geneesmiddel, de duur van het gebruik, richtlijnen en individuele omstandigheden overweegt de arts welke test moet worden gedaan.

Bloedonderzoek voor de lever

De lever is een orgaan dat rechtsboven in de buik zit en een belangrijke rol speelt bij het verwijderen van afvalstoffen in het bloed. Beschadigingen aan de lever kunnen geleidelijk optreden zonder dat iemand er iets van merkt. Gelukkig zijn er in het bloed allerlei stoffen die een indicatie geven van de toestand van de lever. Zo bevat de lever heel veel enzymen. Enzymen zijn chemische stoffen die nodig zijn om allerlei chemische reacties voor bijvoorbeeld de stofwisseling en onze spijsvertering goed te laten verlopen. Er zijn dan ook veel verschillende enzymen, omdat voor elke stap in de stofwisseling een apart enzym nodig is.

Wanneer levercellen beschadigd raken, kunnen enzymen uit de cellen ontsnappen en in het bloed terecht komen. Hierdoor neemt de hoeveelheid van deze enzymen in het bloed toe, waardoor er te veel enzym in het bloed zit.

Naast enzymen wordt soms ook het eiwit albumine (een eiwit dat wordt gemaakt door de lever) en bilirubine (een afbraakproduct van onze bloedcellen dat door de lever verder wordt omgezet) getest om bijwerkingen op de lever op te sporen. Wanneer in het laboratorium afwijkende waardes dan normaal gevonden worden, kan dit duiden op leverbijwerkingen en kan de arts hierop besluiten om de dosis van het geneesmiddel te verlagen of het middel totaal te stoppen.

Bloedonderzoek voor het bloed zelf

Soms wordt er bloed afgenomen om een indruk te krijgen van de toestand van de bloedcellen. Er zijn drie soorten bloedcellen, elk met een eigen functie: rode bloedcellen (voor het vervoer van zuurstof door het lichaam), witte bloedcellen (voor de afweer tegen ziekteverwekkers) en bloedplaatjes (voor de bloedstolling). Bij bloedonderzoek wordt gekeken naar het aantal, de vorm, de grootte en de structuur van die drie bloedcellen.

Bloed- en urineonderzoek voor de nieren

Om te kijken of de nieren goed werken wordt doorgaans het stofje kreatinine in het bloed gemeten. Kreatinine is een afvalstof van de spieren, die volledig via de urine uit het lichaam wordt uitgescheiden. Als de nieren minder werken, wordt er minder kreatinine door de nieren uitgescheiden en neemt daarmee de hoeveelheid kreatinine in het bloed toe. De bloedspiegels van kreatinine zijn daardoor een goede maat voor de nierfunctie. De nierfunctie wordt berekend op basis van de concentratie van kreatinine in het bloed, leeftijd en geslacht.

Ook de samenstelling van de urine kan ons iets leren over het functioneren van de nieren en soms ook over de samenstelling van het bloed. Urine bevat immers allerlei stoffen die door de nieren uit het bloedplasma zijn verwijderd. Voor routineonderzoek gebruikt men bij voorkeur verse ochtendurine, omdat oude urine troebel kan worden door bacteriegroei. Vaak wordt de nier gecontroleerd op eiwitten. Urine mag namelijk geen eiwitten bevatten. Is er toch eiwit in de urine, dan moet worden achterhaald, wat hiervan de oorzaak is.

Bron: In Beweging

Geplaatst: 13 maart 2009

Top

 

wat reuma noduli zijn?

 

Wat zijn reuma noduli? (onderhuidse reumaknobbels) (subcutane noduli) Zie ook Aantasting van inwendige organen bij reumatoïde artritis

Reumatoïde knobbeltjes zijn stevige verdikkingen, gelegen onder de huid. De knobbeltjes groeien in de nabijheid van getroffen gewrichten. De knobbeltjes kunnen zo groot zijn als een walnoot of zo klein als een erwt. Soms kunnen deze knobbeltjes zich verplaatsen. Of ze kunnen aangroeien op pezen of bindweefsel onder de huid. Reumatoïde knobbeltjes zijn vaak te vinden op drukpunten, met inbegrip van: handen, vingers, kneukels, ellebogen.
De knobbeltjes kunnen zich ook op de stembanden vormen, waardoor heesheid ontstaat. Reumatoïde knobbeltjes kunnen voorkomen in de longen, het hart en andere interne organen.

Veel mensen met RA hebben geen pijn of symptomen door deze knobbeltjes. Maar bij sommige patiënten zijn de knobbeltjes pijnlijk. Soms oefenen deze reumatoïde knobbeltjes invloed uit op dagelijkse activiteiten, oefenen druk uit op de zenuwen en beperken bewegingen. Reumatoïde knobbeltjes in gebieden zoals het hart en de longen kunnen de orgaanfuncties beïnvloeden.

Reumatoïde knobbeltjes treden meestal op bij patiënten met ernstige RA. Bijna alle RA patiënten met knobbeltjes testen positief op de reumafactor. Studies tonen aan dat er sprake kan zijn van een agressievere vorm van de ziekte wanneer RA voorkomt met een positieve reumafactor test. Andere factoren kunnen de kans op RA knobbeltjes verhogen:
1. het roken van sigaretten door RA-patiënten,
2. het gebruik van Methotrexaat, een veel gebruikt medicijn bij RA, kan de ontwikkeling van reumatoïde knobbeltjes doen toenemen.

20 tot 35% van de volwassenen met reumatoïde artritis (RA) krijgen reumatoïde knobbeltjes.

Knobbeltjes verschijnen gewoonlijk bij chronische actieve gevallen van RA en worden meestal geassocieerd met meer gewrichtsmisvormingen en ernstige extra-articulaire aandoeningen zoals de longen, ogen en bloedvaten.

Zijn er behandelingen voor reumatoïde knobbeltjes?

Soms kunnen DMARD’s de grootte van deze knobbeltjes verminderen. Maar patiënten die methotrexaat nemen kunnen een toename van het  aantal en de grootte van de knobbeltjes ontwikkelen.
Wanneer  aangenomen wordt dat deze knobbeltjes het gevolg zijn van methotrexaat behandeling, kunt u uw medicatie veranderen; dit moet echter zorgvuldig worden overwogen, samen met uw reumatoloog, en geval per geval.

Injecties van glucocorticoïden (steroïden) kunnen mogelijk de knobbeltjes verkleinen. Chirurgie is soms nodig als reumatoïde knobbeltjes besmet raken of ernstige symptomen veroorzaken.

Regelmatig bezoek bij uw reumatoloog is belangrijk om ernstige problemen met reumatoïde knobbeltjes te voorkomen.

 

Complicaties bij reuma noduli

Volgens het Johns Hopkins instituut worden volgende complicaties bij reuma noduli gezien:

  • pijn
  • beperkte beweeglijkheid van het gewricht
  • zenuwaandoeningen
  • verzwering
  • vorming van fistels
  • infectie.

 

Operatief verwijderen is dikwijls een succes, zelfs omdat toch de neiging bestaat tot teruggroeien van de knobbeltjes . Methotrexate heeft het nadeel de reumaknobbels erger te maken. TNF-remmers hebben weinig merkbaar effect op de noduli. Rituximab doet de reuma noduli dikwijls verdwijnen, maar dit is geen garantie. Injecties met cortisone in de knobbeltjes kunnen hun afmetingen verminderen.

Bronnen: http://arthritis.about.com/ - www.webmd.com

Vertaling: Mia, 24 december 2008 - update + foto's: 13/01/2013

Top

 

dat ontstekingsremmers de kans op borstkanker verminderen?

Regelmatig gebruik van niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAIDs) zoals aspirine vermindert de kans op borstkanker. Dat blijkt uit een analyse van 38 studies, waarin ruim 2,5 miljoen vrouwen waren betrokken (gepubliceerd in Journal of the National Cancer Institute, 20 oktober 2008). De studies waren tussen 1966 en 2008 uitgevoerd. Het relatieve risico van NSAID-gebruikers bedroeg 0,88, of ruim 10% minder kans op borstkanker.

Conclusie: Deze analyse bewijst dat het gebruik van NSAIDs geassocieerd wordt met verminderd risico op borstkanker. Toekomstig onderzoek zou zorgvuldige evaluatie van de biologische mechanismen in het verband tussen NSAIDs en borstkanker moeten omvatten.

Bron: Breast Cancer and Use of Nonsteroidal Anti-inflammatory Drugs: A Meta-analysis http://jnci.oxfordjournals.org/

geplaatst: 23 december 2008

Top

 

Radioactieve stoffen tegen gewrichtsontsteking

4 December 2008 • Bron: Universiteit Utrecht

Radioactieve stoffen in het gewricht toedienen bij een aanhoudende gewrichtsontsteking werkt goed. In de enkel pakt het goed uit in 78 procent van de gevallen, bij armgewrichten is dat 69 procent. Bij de knie ligt het percentage met 50 procent lager. Friso van der Zant concludeert dat in zijn promotieonderzoek. De behandeling met radioactieve stoffen vermindert pijn en ongemakken van aanhoudende gewrichtsontsteking. Bovendien hoeft het aangedane gewricht minder snel vervangen te worden door een kunstgewricht en kan dat mogelijk helemaal voorkomen worden. Als de standaardbehandeling met glucocorticosteroïden niet werkt, raadt Van der Zant aan over te gaan tot het toedienen van radioactieve stoffen.

http://www.apothekersnieuws.nl

geplaatst: 12 december 2008

Top

 

Wat weet je over onze witte bloedcellen?

Onze witte bloedcellen (of leucocyten) (“cyt” = cel) vormen een belangrijk component in ons immuunsysteem. Ze kunnen ingedeeld worden in twee groepen : enerzijds lymfocyten (T- en B-lymfocyten) en monocyten (voorlopers van de macrofagen) die voor onze immuniteit zorgen en anderzijds de granulocyten die voor ontsteking zorgen. De granulocyten worden hierin meestal door de lymfocyten gestuurd.

De granulocyten ontstaan en rijpen volledig in het beenmerg en worden daarom dikwijls beenmergwitte bloedcellen genoemd. Zij danken hun naam aan het feit dat hun cytoplasma (=eiwithoudende vloeistof in dierlijke en plantaardige cellen) vol korreltjes zit (granulen). We kunnen granulocyt dus vrij vertalen als “korreltjescel”.

Bij microscopisch onderzoek van de witte bloedcellen gebruikt men kleurstoffen om de verschillende structuren van elkaar te kunnen onderscheiden. Op basis van de kleur die de korrels aannemen onderscheidt men drie soorten granulocyten : de basofielen (blauwe korrels), de neutrofielen (neutrale korrels) en de eosinofielen (rood-oranje korrels). Deze kleurreacties zijn niet toevallig. Zij worden bepaald door het soort eiwitten dat in de korrels aanwezig is. Bij eosinofielen zijn dit vooral enzymen die parasieten te lijf kunnen gaan wanneer deze het lichaam binnendringen. Echter ook bij allergische reacties spelen eosinofielen een belangrijke rol.

Beschrijving

Neutrofiele granulocyten zijn verantwoordelijk voor de eerste afweer tegen bacteriële infectie en andere ontstekingsreacties. Activiteit van neutrofiele granulocyten en hun afsterven is de bron van pusvorming.

Eosinofiele granulocyten bestrijden voornamelijk parasitaire infecties en een verhoging van de eosinofielen is dan ook een indicatie van een infectie met een parasiet of voor een IgE gemedieerde immuunreactie.

Basofielen zijn de hoofdverantwoordelijken voor allergische- en antigeenrespons door het vrijmaken van histaminen die ontsteking veroorzaken.

Lymfocyten zijn onder andere de T-lymfocyten (waaronder T-helpercellen en de cytotoxische T-cellen, de B-lymfocyten, de Natural Killer cellen en de plasmacellen (die in feite geactiveerde B-lymfocyten zijn). Ze spelen een rol bij de specifieke immuunrespons.

Monocyten hebben een soortgelijke stofzuigerfunctie (fagocytose) als neutrofielen maar leven veel langer waarmee ze een geheugenfunctie vervullen; ze presenteren pathogenen (= ziekteverwekkers) aan de T-cellen opdat deze opnieuw herkend en vernietigd kunnen worden. Ook in de reactie op antilichamen spelen monocyten een rol. Monocyten worden ook wel macrofagen genoemd als ze vanuit het bloed naar andere weefsels gemigreerd zijn.

Macrofaag (Grieks 'makros' = groot, 'phagein' = eten; letterlijk vertaald: veelvraat) is een grote monocyt die in staat is resten van dode of beschadigde lichaamseigen cellen, veranderd intercellullair (= zich bevindend tussen de cellen) materiaal, lichaamsvreemde cellen (bv. micro-organismen) en inerte (= stoffen die moeilijk in reactie treden) deeltjes in zich op te nemen door middel van fagocytose (= de eigenschap van bep. cellen om bacteriën en schadelijke stoffen te kunnen vernietigen).

bewerking: Mia, 5 december 2008 

voor meer info zie: http://nl.wikipedia.org/

Top

 

Wat moet je weten over paracetamol om zonder risico aan zelfmedicatie te doen?

Paracetamol is een molecule die voorkomt in heel wat medicijnen die zonder voorschrift te krijgen zijn. Vrij verkrijgbaar is paracetamol een pijnstillend en koortswerend medicijn in het kader van een verantwoorde zelfmedicatie.

10 tips om paracetamol goed te gebruiken!

  1. Respecteer de doses. Overschrijd de doses die op de bijsluiter vermeld staan, niet. Deze doses zijn afhankelijk van leeftijd en gewicht van de persoon in kwestie.
  2. Neem 2 doses niet te snel na mekaar (4 à 6 uren ertussen).
  3. Beperk het gebruik. Beperk je tot de minimale dosis en gebruiksduur die nodig is om de symptomen te verlichten.
  4. Vraag advies. Raadpleeg je arts!
  5. Let op het risico op overdosering. Indien je nog andere medicijnen neemt moet je controleren of ze geen paracetamol bevatten. Zelfs onder andere namen, vormen, doseringen, bestaan en talrijke medicijnen die ook paracetamol bevatten, hetzij alleen, hetzij in combinatie met andere substanties. Een overdosering van paracetamol kan op een onomkeerbare manier de lever beschadigen.
  6. Zwangere vrouwen opgepast! Paracetamol mag gebruikt worden.
  7. Let op je lever. Paracetamol is te ontraden bij ernstige leverinsufficiëntie.
  8. Let op je nieren. Wees voorzichtig in geval van nierinsufficiëntie: houd je aan een tussenpoos van 8 uur tussen twee innamen.
  9. Interactie met anti-stollingsmiddelen. Raadpleeg je arts wanneer je anti-stollingsmiddelen en paracetamol moet nemen. Er bestaat gevaar op een eventueel hemorragisch risico (bloeding) wanneer je gedurende 4 dagen de maximale dosis neemt.
  10. Er zit zout in paracetamol! Indien je een zoutloos dieet volgt moet je weten dat bruistabletten een niet te verwaarlozen hoeveelheid natrium bevatten.

Bron: www.e-gezondheid.be , 15 november 2008

 

Top

 

Wat is Palindroom reuma?

Palindroom reuma (van het Griekse woord palindromos = terugkerend) is een aandoening die ongeveer even vaak bij mannen als bij vrouwen voorkomt. De klachten beginnen op volwassen leeftijd meestal tussen het 30ste en 60ste levensjaar. Palindroom reuma is een aandoening die gepaard gaat met aanvallen van gewrichtsontstekingen (artritis: gepaard gaande met zichtbare zwelling, pijn en roodheid) in één of enkele gewrichten, soms ook met een ontsteking om het gewricht heen (peri-artritis).

Een aanval van artritis of peri-artritis bij palindroom reuma begint vaak acuut, en de klachten verdwijnen meestal in de loop van enkele dagen, hoogstens binnen een week. Soms gebeurt het dat onmiddellijk na de ene aanval een aanval elders inzet. Vaak zitten tussen de aanvallen echter intervallen die enkele dagen tot maanden kunnen duren, waarbij het onvoorspelbaar is wanneer een nieuwe aanval op zal treden.

Palindroom reuma kan uiteindelijk op drie manieren verlopen:

  • de gewrichtsontstekingen blijven aanvalsgewijs verlopen (ongeveer de helft van de gevallen)
  • de palindroom reuma gaat over in chronische gewrichtsreuma (reumatoïde artritis) of een andere vorm van reuma (ongeveer een derde van de gevallen)
  • de klachten verdwijnen (ongeveer 15% van de gevallen).

Behandeling: Palindroom reuma wordt over het algemeen behandeld met pijnstillers. Dit kan variëren van eenvoudige pijnstillers als paracetamol, tot ontstekingsremmende pijnstillers, zogenaamde NSAID's. Het komt er op aan snel met de inname te beginnen: van bij het aller eerste teken dus. Men poogt na een 10 tal dagen geleidelijk terug af te bouwen wanneer de klachten verdwenen zijn. Wanneer de aanvallen vaak optreden en ernstig zijn wordt soms een zwaarder anti-reuma medicatie voorgeschreven: uw reumatoloog geeft u hierbij vast raad. Hij/Zij is ook best geplaatst om een overgang naar een reumatoïde artritis vast te stellen.

Uit: www.kbvr.be , 15 november 2008

 

Top

 

Wat heeft osteoporose te maken met Reumatoïde Artritis?

Osteoporose, in de volksmond 'botontkalking'.

Osteoporose kan vele oorzaken hebben. Als je naar de reumatologie kijkt, dan gelden vooral de inflammatoire varianten van reuma, zoals reumatoïde artritis, systemische lupus erythematodes (SLE) en de ziekte van Bechterew als risicofactor. Het vergrote risico op botontkalking bij deze ziekten is ook gekoppeld aan:

  • de ontstekingscellen die ontkalking van het bot veroorzaken
  • vaak immobiliteit door de ontstekingsprocessen
  • het gebruik van corticosteroïden.

Bij het gebruik van corticosteroïden verdubbelt het risico op osteoporose omdat corticosteroïden zowel de opname van calcium als de functie van de osteoblasten (de cellen die bot aanmaken) remmen. De afbraakeffecten van corticosteroïden zijn gedeeltelijk omkeerbaar als men stopt met inname.

 

 

14 oktober 2008

 

Top

 

Wist U dat Reumatologen een internationaal curriculum opstellen?

De EULAR Committee on Education and Training heeft in samenwerking met de Europese Unie van Medisch Specialisten (UEMS) een nieuw internationaal curriculum opgesteld. Prof. dr. Hans Bijlsma, voorzitter van de educatiecommissie van EULAR, verwacht dat het curriculum binnen twee jaar in Nederland wordt geïmplementeerd. 

Alle 27 UEMS-deelnemers hebben begin dit jaar ingestemd met het voorstel van het European Rheumatology Curriculum Framework, dat gebaseerd is op het CanMEDS-model. De leidraad vervangt het UEMS Rheumatology Specialist Core Curriculum dat in 2003 is opgesteld en moet bijdragen aan de harmonisatie van de opleidingen reumatologie binnen de Europese Unie. Het document biedt een referentiekader voor de ontwikkeling en benchmarking van nationale curricula.

Op dit moment ligt het kadercurriculum in de individuele landen ter beoordeling bij de aangewezen commissies. In Nederland bekijkt het Centraal College Medische Specialismen van de KNMG het voorstel. Volgens Bijlsma is het uniek dat zoveel landen aan de internationale invoering van een nieuw curriculum meewerken.

30 juni 2008

 

Top

 

Wist U wat Communit-e is?

Uit de peiling naar de behoefte aan informatie over de dienstverlening van de Directie-generaal Personen met een handicap die in 2007 werd gehouden, is gebleken dat heel wat mensen niet weten wat communit-e is. Met deze Handi-Flash willen we die personen op de hoogte brengen.

Communit-e is de elektronische aanvraagprocedure voor de producten van de Directie-generaal personen met een handicap waaronder: de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, de aanvragen tot medische erkenning in het kader van de sociale en fiscale voordelen en de aanvragen voor een parkeerkaart voor personen met een handicap. Vóór 1 juli 2006 verliep de aanvraagprocedure op papier. De elektronische procedure is vanaf die datum verplicht geworden voor het aanvragen van de tegemoetkomingen. Deze verplichting geldt echter niet voor het aanvragen tot medische erkenning in het kader van de sociale en fiscale voordelen, noch voor de aanvragen van een parkeerkaart. De elektronische aanvraagprocedure wordt echter ook voor deze aanvragen aangeraden gezien de voordelen voor de aanvrager. De aanvragen verlopen sneller en veiliger.

De toepassing van Communit-e laat bepaalde ambtenaren van de gemeentelijke administraties toe om de aanvragen voor de tegemoetkomingen aan personen met een handicap elektronisch door te sturen naar de gegevensbestanden van de Directie-generaal Personen met een handicap. De identiteit en authenticiteit van die ambtenaren wordt bewezen aan de hand van hun elektronische identiteitskaart. Deze aanvragen worden onmiddellijk geregistreerd, de identificatiegegevens van de persoon met een handicap en de samenstelling van het huishouden worden op dat moment uit het rijksregister gehaald. Enkele seconden daarna zal de gemeentelijke administratie de bevestiging ontvangen dat de aanvraag goed geregistreerd werd. Tegelijkertijd worden ook de formulieren doorgestuurd die overhandigd moeten worden aan de aanvrager. Op deze formulieren zijn de identificatiegegevens van de aanvrager al vooringevuld.

Uit: Handi-Flash, juni 2008

 

Top

 

Wist u waarom we nuchter moeten zijn voor een anesthesie?

Anesthesie brengt risico mee op inademing van de maaginhoud.
In de loop van een van de etappes van de anesthesie (inleiding, in stand houden van de anesthesie of het ontwaken) kan het gebeuren dat de patiënt oprispingen krijgt of zelfs moet braken. Dan bestaat er een ernstig risico dat de inhoud van de maag in de longen terechtkomt, waardoor de bronchiën verstopt kunnen raken en het slijmvlies aangetast wordt. Deze ernstige complicatie werd al beschreven in 1946 door dr. Mendelson. Om dat de voorkomen krijgen patiënten verbod om te eten voor een chirurgische operatie waarbij volledige narcose noodzakelijk is.

(5/04/2008) Lees meer: www.e-gezondheid.be

Top

 

Wist u dat er meer bekend is over de rol van TLR’s  bij reumatoïde artritis?

Mieke Roelofs (Nijmegen, 1980) onderzocht de rol van Toll-like receptoren(*) (TLR’s) bij reumatoïde artritis (RA). Een TLR is een soort antenne die op de buitenkant van bepaalde cellen in het bloed zit.
De TLR merken meteen of er een virus of bacterie aanwezig is. Ze schakelen dan onmiddellijk hulptroepen (de afweer) in. Ze zijn in staat om precies in te schatten hoe snel en hard deze hulptroepen moeten optreden: soms is een brandblusser genoeg maar het kan ook zijn dat er drie brandweerwagens tegelijk moeten uitrukken. Er zijn op dit moment 11 verschillende TLRs bekend.

Bij auto-immuunziekten kan de TLR ook signaal tot uitrukken geven bij de ontdekking van lichaamseigen afbraakproducten, zoals die vrijkomen bij een gewrichtsontsteking. De reactie van de TLR zou kunnen bijdragen aan het ontstaan van een vicieuze cirkel: het chronisch worden van de ontsteking. Maar dat is nog niet bewezen.

Mieke Roelofs ontdekte dat mensen met RA veel meer TLRs bezitten dan gezonde mensen. En dat TLRs een belangrijke rol spelen bij het ontstaan en chronisch worden van reumatoïde artritis. Daarom lijken TLR’s belangrijk bij het ontwikkelen van nieuwe behandelingen tegen reumatoïde artritis.

Proefschrift: Toll-like receptors in RA: innate immune sensing of danger signals
13 december 2007, Mieke Roelofs, UMC st Radboud Nijmegen

Lees meer op de website van de Radboud Universiteit www.ru.nl

(*)zie Verklarende Woordenlijst

Top

 

Wat is dat eigenlijk: 'DNA', 'chromosomen' en 'genen'?

Regelmatig wordt er in deze website, bij de rubrieken 'Medische artikels' en 'Onderzoek & Ontwikkeling' gesproken over DNA, chromosomen, maar vooral over genen.  Een woordje uitleg zal voor velen een verduidelijking zijn.

Een mens heeft 23 paar chromosomen. Dit zijn de dragers van ons erfelijkheidsmateriaal. Ze bevatten de volledige genetische informatie die noodzakelijk is voor het ontwikkelen, in stand houden en voortplanten van een individu.

Chromosomen bestaan uit lange strengen DNA.

 

Het DNA bevat de code waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd.

Een stukje afgebakend DNA dat het recept bevat voor een eigenschap, noemen we een gen.

Genen bepalen al onze erfelijke eigenschappen, zoals de kleur van ons haar en onze ogen. Verder zorgen de genen ervoor dat bepaalde eigenschappen overerven. Ze spelen ook een rol bij de aanleg voor een bepaalde aandoening.

Zo is ondertussen geweten dat mensen die in het bezit zijn van alle drie de genvarianten van HLA, PTPN22 en C5 veertig keer meer kans hebben dan anderen om RA te ontwikkelen. Onderzoek hieromtrent om de ziekte RA beter te begrijpen is volop aan gang.

Bron: www.erfelijkheid.nl, bewerkt door Mia, 19 maart 2008

Top

 

Wist u dat in 1928 de Britse arts-bacterioloog Alexander Fleming tot zijn ergernis ontdekte dat zijn bacteriekweken met een schimmel verontreinigd waren?

Hij bekeek de schimmel van dichtbij en zag dat er bij die schimmel geen bacterie meer te vinden was. Fleming had per toeval de bacteriëndodende stof penicilline gevonden.

Maar geneesmiddelen worden doorgaans niet toevallig gevonden. Het ontwikkelen en testen van een geneesmiddel eist vele jaren van onderzoek.
Maar al die inspanningen zijn meestal de moeite waard. Kijk naar mensen met RA: dankzij de nieuwe behandelmethoden komen vergroeiingen veel minder voor.

Medicijnen zijn voortgekomen uit gedegen en gecontroleerd jarenlang onderzoek. En altijd komt het moment dat ze voor het eerst door mensen gebruikt worden. Artsen kunnen niet voorspellen of een medicijn aanslaat of niet en welk medicijn bij wie aanslaat. Zij kunnen alleen putten uit ervaringen met anderen in vergelijkbare omstandigheden. Daarom is het zo belangrijk dat onderzoek naar medicijnen, ook na invoering ervan, op hoog niveau intensief doorgaat.

Uit: In beweging – maart 2008 (bewerkte versie, Mia)

Top

 

Wist u dat een nieuwe chip-techniek het mogelijk maakt om rechtstreeks in verdund bloedserum van een RA patiënt te meten welke auto-antilichamen er in zitten?

Oktober 2007 - Auto-antilichamen zijn eiwitten die aanwijzingen geven over het verloop van de ziekte. Tot nu toe waren er eerst voorbewerkingen nodig om de eiwitten zichtbaar te maken. De eerste testen met deze nieuwe techniek waren een succes. De onderzoekers verwachten de ziekte in de toekomst beter te kunnen volgen waardoor medicijnen beter op de patiënt kunnen worden afgestemd.
Dankzij deze nieuwe imaging-techniek wordt het mogelijk snel en nauwkeurig een profiel op te stellen voor de auto-antilichamen die een rol spelen bij deze ziekte. Dat profiel kan waardevolle informatie geven over het verloop ervan. De speciale microship maakt het mogelijk veel tests tegelijk uit te voeren. Onderzoekers van de Universiteit Twente en de Radbout Universiteit Nijmegen publiceerden er in oktober 2007 over in de Journal of the American Chemical Society (JACS).

Bron: Journal of the American Chemical Society (JACS)

Top

 

Wist u dat langdurig gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers zoals diclofenac en ibuprofen bepaald niet ongevaarlijk zijn.

24/11/2007 - Tot die conclusie komt reumatoloog Harald Vonkeman van Medisch Spectrum Twente in zijn proefschrift. Ontstekingsremmende pijnstillers worden door veel mensen gebruikt. Deze middelen, aangeduid met de vakterm ‘niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen’ (NSAID’s) zijn echter niet ongevaarlijk.
In Nederland krijgt jaarlijks circa 1% van de gebruikers, overeenkomend met ongeveer 5100 patiënten, een ernstige maagbloeding door het gebruik van deze pijnstillers. Van deze groep patiënten overlijden er 540. Onderzoekers van de Universiteit Twente en Medisch Spectrum Twente in Enschede hebben in een grootschalig, meer dan twee jaar durend onderzoek, onder 52.000 gebruikers van ontstekingsremmende pijnstillers gekeken naar het risico op ernstige maagbloedingen. Het meest opvallend was dat slechts de helft van de patiënten met een sterk verhoogd risico maagzuurremmers voorgeschreven krijgt, terwijl tweederde van de maagbloedingen is te voorkomen door gelijktijdig gebruik van maagzuurremmers.
Uit het onderzoek blijkt tevens dat 7% van de patiënten meer dan de door de dokter voorgeschreven maximale hoeveelheid ontstekingsremmers slikt en dat zelfs 17% van de patiënten meerdere verschillende soorten tegelijkertijd gebruikt, terwijl al lang duidelijk is dat hierdoor de kans op maagbloedingen sterk stijgt.

Bron: ReumaCentrumTwente

Top

 

Wist u dat kruidenmiddelen risico's kunnen inhouden voor de patiënt?

24/11/2007 - Er worden bij de Traditionele Chinese Medicijnen (TCM) nog steeds middelen met het kankerverwekkende Aristolochiazuur gebruikt. De invoer daarvan in de EU is sinds 1992 verboden. Het stiekem toevoegen van reguliere geneesmiddelen, vaak in veel te hoge doseringen, komt nog steeds vaak voor. Ook worden er nog steeds middelen met pyrrolizidine alkaloïden (PA’s) en aconitum soorten gevonden. Die laatste zouden eigenlijk op lijst I van verboden middelen van het Kruidenbesluit moeten staan, maar destijds is alleen aan Monnikskap (Aconitum napellus) gedacht. Maar andere aconitum soorten zijn net zo gevaarlijk. Verder komen middelen met zware metalen ook nog steeds voor.
Maar het zijn niet alleen de Chinezen. Bij Ayurvedische middelen zijn zware metalen met name een probleem. Men meent die met de juiste rituelen te kunnen ontgiften maar men vergeet dat kwik, lood en arseen zelf juist het vergif zijn. De VWA heeft met name zware loodvergiftigingen met Ayurvedische middelen in Nederland waargenomen. Zijn de westerse kruiden dan zo veilig? Nou nee, niet echt.
Van de volgende kruiden is het bijvoorbeeld bekend dat ze de lever beschadigen: Stinkende gouwe; zilverkaars (meestal verkocht als Black cohosh); Noni sap en zaagpalm. Verder vergroten soja en cranberry’s de kans op nierstenen. Dan zijn er de nodige kruiden die problemen veroorzaken bij operaties en narcose, zoals bloedingen. En vergeet niet de verstoring van de werking van reguliere medicijnen. Vooral Sint Janskruid is hiervoor berucht. En dan zijn er de nodige allergische reacties, die met name optreden bij asterachtigen zoals Echinacea en Arnica en vele anderen.

Bron: www.kwakzalverij.nl

Top

 

Wist u dat een mediterraans dieet wellicht enige verlichting kan brengen bij RA? 

Reumatoïde artritis is de tweede meest voorkomende vorm van artritis. De symptomen van de aandoening bezorgen de patiënt heel wat leed. Het goede nieuws is dat een dieet van het mediterraanse type enige verlichting kan bieden...
Bijna 1 Belg op de 100 lijdt aan reumatoïde artritis waarvan de meerderheid vrouwen (3 keer vaker dan mannen). De aandoening gaat gepaard met chronische gewrichtsontstekingen, gewrichten die met de tijd misvormd worden. Het verschil met artrose is dat reumatoïde artritis het hele lichaam raakt en dus behoorlijk invaliderend is. Sommige studies wezen op het mogelijk ontstekingsremmend effect van het mediterraans dieet. De ziekte zelf komt namelijk niet zo vaak voor in het Middellandse Zee gebied. 

Schotse onderzoekers voerden een studie naar de effecten van het dieet bij een aantal vrijwilligers uit de armere buurten van Glasgow. De onderzoekers stelden een begeleidingsprogramma op om de vrijwilligers op een mediterraans dieet te zetten. 130 vrouwen die al acht jaar artritis hadden namen deel aan de studie. Ze waren toen gemiddeld 55 jaar. 75 vrouwen kregen elke week gedurende zes weken twee uur praktische kookles en neergeschreven advies. De controlegroep kreeg alleen geschreven dieetadvies. Alle proefpersonen vulden vragenlijsten in waarin gepeild werd naar hun consumptiefrequentie en allemaal ondergingen ze klinische en biologische onderzoeken aan het begin van de studie en drie en zes maanden later. 

In korte tijd en zonder dat er iets veranderde aan de geneesmiddelenbehandeling, waren de resultaten overduidelijk, zij het bescheiden. In de interventiegroep werd na zes maanden een significante verbetering vastgesteld van de globale evaluatie en van de soepelheid bij het opstaan. In diezelfde periode daalde de pijnscore na drie en na zes maanden en waren de resultaten van de evaluatievragenlijst beter na drie maanden. 

Neveneffecten
De analyse van de voeding toonde een grotere consumptie aan van fruit en groenten en ook een verbetering van de kwaliteit van de vetten. De kleine veranderingen zijn vermoedelijk verantwoordelijk voor de verbetering van de symptomen, ook al is het moeilijk om daar staalharde conclusies aan vast te knopen. De onderzoekers stelden overigens vast dat de personen in de interventiegroep een minder hoge bloeddruk hadden dan de proefpersonen in de controlegroep. 

De aanpak is origineel en het geven van kookworkshops blijkt een eenvoudige en doeltreffende manier te zijn om het voedingsgedrag van mensen met reumatoïde artritis te wijzigen. Dat geldt ook voor de ontstekingsremmende effecten van het mediterraans dieet, ook al moeten de meeste van die effecten wellicht nog ontdekt worden. De kooklessen werden erg goed onthaald en kosten niet veel geld. Of hoe het nuttige aan het aangename gepaard kan worden om het dagelijks leven te verlichten van patiënten die het niet makkelijk hebben. 

16/10/2007 - Nicolas Rousseau, diëtist en voedingsdeskundige (bewerkte versie)
McKellar G et al. Ann Rheum Dis. 2007 Sep; 66(9):1239-43.
Bron: www.e-gezondheid.be

Top

 

Wist u dat er een nieuw hoopgevend medicijn is voor reumatoïde artritis? 

Er is nieuwe hoop voor enige duizenden reumapatiënten die jaarlijks door hun dokter medicamenteus ’uitbehandeld’ zijn verklaard. Met het deze week al beschikbaar komen van het infuusmiddel ’Abatacept’ wordt het scala van behandelmogelijkheden voor zowel patiënt als arts kansrijk uitgebreid. Dit stond op de voorpagina van de Telegraaf deze week.

Prof.dr. P. van Riel, reumatoloog van het Universitair Medisch Centrum Sint Radboud in Nijmegen bevestigt het bericht. Uit een reeks internationale medicijnstudies bij patiënten met gewrichtsreuma (reumatoïde artritis, RA) blijkt dat het nieuwe middel van geneesmiddelenfabrikant BristolMyers Squibb het ziekteproces beduidend afremt en verdere aantasting van de gewrichten vertraagt. Abatacept (commerciële naam: Orencia) doet tevens de pijn en zwelling van de gewrichten afnemen en kan de lichamelijke conditie van de patiënt aanzienlijk verbeteren. Het middel wordt in een kuur van dertien maandelijkse behandelingen in het ziekenhuis gegeven. De Nederlandse Zorgautoriteit verleent nog deze week toestemming om het infuusmiddel toe te voegen aan de zogeheten beleidsregel voor dure geneesmiddelen.

Bron: www.nvle.org, 2 okt 2007

Top

 

Wist u dat chronische hoofdpijn bij veel mensen wordt veroorzaakt door overmatig gebruik van pijnstillers? 

Dit hebben Belgische neurologen vastgesteld. Wie meer dan twee keer per week zware pijnstillers neemt, zoals ergotamine, triptanen of medicijnen met codeïne, loopt een groot risico om chronische hoofdpijn te ontwikkelen. Bij eenvoudige pijnstillers, zoals paracetamol, aspirine of ibuprofen (dit is een NSAID = geen hormonen bevattend pijn- en ontstekingremmend middel dat veel gebruikt wordt bij RA), loop je dit risico bij drie dagen per week.

Bron: Nieuwsbrief medicijnbeleid www.meldpuntmedicijnen.nl, 12/09/2007

Top

 

Wist u dat Fotoreactiviteit door medicijnen kan veroorzaakt worden? 

De invloed van zonlicht of andere UV-straling samen met bepaalde medicijnen kan fotoreactiviteit tot gevolg hebben en de huid ernstig aantasten. Dit meldt Lareb. Eén van deze medicijnen zijn de NSAID gels.

Bron: Nieuwsbrief medicijnbeleid www.meldpuntmedicijnen.nl, 12/09/2007

Top

 

Wist u dat in de voorbije 20 jaar verschillende bevolkingsstudies aangetoond hebben dat RA-patiënten, in vergelijking met de algemene bevolking

  1. geen al te hoog vergroot algemeen risico op kanker hebben
  2. een lager risico op dikke darm kanker kunnen hebben. Mogelijk houdt dit verband met het chronisch gebruik van NSAID’s
  3. een vergroot risico op lymfeklierkanker lopen, vooral non-Hodgkin lymfoma.

Bron : American College of rheumatology, 2003, 30/09/2007

Top

 

Wist u dat paracetamol net zo goed helpt bij artritis als dure ontstekingsremmers? 

30/09/2007 - De goedkope pijnstiller paracetamol verlicht de chronische pijn van artritis (gewrichtsontsteking) net zo goed en veiliger dan nieuwere en duurdere ontstekingsremmers. Dat blijkt uit een Australisch onderzoek dat is verschenen in het American Journal of Therapeutics. De universiteit van Queensland onderzocht gedurende drie jaar 188 mensen met artritis. Tweederde van hen vond paracetamol beter werken dan ibuprofen, aspirine of de nieuwere ontstekingsremmers zoals Celebrex. Hoogleraar Michael Yelland van de universiteit zei dat 90 procent van de patiënten uit het onderzoek niet wist welk middel hij of zij gebruikte. "Wij ontdekten dat bij tweederde van de patiënten paracetamol net zo goed of effectiever was dan ontstekingsremmers tegen de pijn en de stijfheid" , zei Yelland. Hij voegde eraan toe dat aspirine en middelen die ibuprofen bevatten, ernstige maagproblemen kunnen veroorzaken.

Bron: www.medicms.be

Top

 

Wist u dat RA zich laat voorspellen bij de helft van de patiënten aan de hand van stoffen in het bloed: antilichamen tegen IGM-RF en anti-CCP? 

30/09/2007 - Tot nu toe was het niet mogelijk RA “te zien aankomen”, maar dat is veranderd. Onderzoek dat gedaan werd in 2003 geeft hoop dat een routine bloedonderzoek kan screenen voor RA. In vergelijking met gezonde individuen werden in bloedstalen van mensen met RA significant hogere waarden van antilichamen, de zogenaamde “anti-CCP”, gevonden, en wel tot 9 jaar vóór ze RA symptomen kregen. De anti-CCP proteïne test zou het verloop van RA ingrijpend kunnen veranderen. Een eenvoudig bloedonderzoek kan misschien toekomstige ontwikkeling van RA voorspellen. Deze test zou vroege diagnose kunnen verhogen en leiden tot zeer vroege behandeling van RA en bijgevolg preventie van gewrichtsschade.

Bron : Arthritis and Rheumatism, Oktober 2003

Top

 

Wist u dat gentherapie mogelijk soelaas kan bieden bij de behandeling van het soms zeer pijnlijke reumatoïde artritis? 

30/09/2007 - zo heeft de BBC bericht. Wetenschappers hebben aangetoond dat het doenbaar en veilig is om een nieuw gen in te brengen om destructieve ontstekingen in gewrichten te blokkeren, aldus de Britse omroep die het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences citeert. Een team van de universiteit van Pittsburgh heeft met name genetisch gewijzigde genen ingebracht in de knokels van 9 artritispatiënten. De vorsers gebruikten daarvoor een gedesactiveerd virus. Na een week werden de gewijzigde cellen weer weggenomen. De patiënten ondergingen immers allen een ingreep om de beschadigde gewrichten te vervangen. Het resultaat was veelbelovend. De BBC waarschuwt dat het nog maar om een verkennende proef ging om het concept uit te testen. Er is nog veel werk aan de winkel vooraleer het echt duidelijk is dat de techniek daadwerkelijk helpt.

Bron: Gazet van Antwerpen 07/06/05 

Top  

 

Wist u dat de ziekte van Still, een vorm van jeugdreuma, in zeldzame gevallen zich ook kan uiten op latere leeftijd : ‘Adult Onset Still’?

30/09/2007 - De diagnose is moeilijk vast te stellen en kan pas na uitsluiting van bepaalde andere ziektes. Hoge koorts die minstens zes weken aanhoudt, gewrichtsontstekingen en een zalmkleurige huiduitslag tijdens de koorts zijn verschijnselen

Bron: In Beweging 

Top

  

Wist u dit over de efficiëntie van ‘Biologics’ bij artritis?

Vorig jaar hebben de ‘biologics’ – medicijnen die specifieke producten van het immuun systeem als doelwit hebben - verder aan belang gewonnen bij de behandeling van inflammatoire artritis. In februari 2006 werd rituximab (een medicijn dat reeds goedgekeurd was bij de behandeling van kanker) goedgekeurd door de U.S. Food and Drug Administration voor gebruik bij RA. In augustus 2006 werd adalimumab (Humira), dat reeds eerder goedgekeurd werd voor RA behandeling, nu ook goedgekeurd voor de behandeling van spondylitis ankylopoetica. Tegelijkertijd werden verschillende onderzoeken vrijgegeven in verband met de veiligheid, de resultaten en het gebruik rond medicijngebruik van biologics.

Deze studies kunnen gegroepeerd worden in twee hoofdcategorieën: 

  • combinatietherapie en
  • gebruik van biologics bij kinderen.  

Ondanks het feit dat individuele studies licht verschillende resultaten vonden blijft de belangrijkste conclusie dat een combinatie van een biologic + de DMARD methotrexate veilig is en meer goede resultaten geeft dan het nemen van één enkel medicijn. Nochtans verhoogt het risico op ernstige nevenwerkingen – vooral infecties – bij de combinatie van twee biologics, zonder daarbij voldoende voordelen te bieden die het nemen van dit risico waardevol kunnen maken. Alle biologics die bij kinderen met juveniele artritis werden getest blijken veilig en effectief. Verder houdt het gebruik van biologics de mogelijkheid open op remissie bij deze kinderen.

Bron: www.arthritis.org/top-10-2006 

Top