Op 3 mei 2011 vond de lezing plaats: RECHT HEBBEN OP GELUKKIG ZIJN.

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Fabienne Thoelen, verpleegkundige, gaf geen saaie theoretische uiteenzetting maar een geheel van praktische voorbeelden, tips, anekdotes gebaseerd op eigen ervaring. Zij begon dan ook met de openingszin: Iedereen heeft het recht om gelukkig te zijn, het is een geboorterecht.

Anders (gelukkiger) willen gaan leven begint met anders gaan denken. Onze eigen gedachten kunnen ons zowel gelukkig als ongelukkig maken.

Hetgeen ons ongelukkig maakt, kan onderverdeeld worden in 4 grote groepen:

  • intens zwaar verdriet,
  • boosheid,
  • constante stress,
  • ons wegcijferen voor anderen.

Gelukkiger worden kan in 5 grote groepen onderverdeeld worden:

  • jezelf graag zien. Zeg dat een aantal keren per dag tegen jezelf. Onze hersenen zijn als een spons. Ze absorberen zowel onze negatieve als onze positieve gedachten,
  • regelmatig tijd voor jezelf nemen (een kopje koffie, een dutje doen, …),
  • op je voeding letten, voldoende vitaminen nemen, tijd maken om te eten,
  • voldoende rusten. Als je lichaam dit nodig heeft, luister er dan naar en rust,
  • het verleden loslaten, jezelf en anderen vergeven, niet denken “had ik maar …”.

Rugpijn, schouder- of nekpijn kan veroorzaakt worden door onze (denkbeeldige) rugzak die we meedragen. Deze rugzak raakt vol als we teveel negatief denken. Dit moeten we LOSLATEN.
Dit is niet gemakkelijk maar de volgende zaken kunnen ons hierbij helpen:

  • Er over praten met partner, vrienden, professionelen.
  • Het opschrijven (in een dagboek). Negatieve zaken kunnen ook in een brief geschreven worden en die daarna eventueel versturen of verbranden.
  • Ook via het geloof kunnen we hulp vragen.

Of een combinatie van bovenstaande hulpmiddelen is ook mogelijk.

Alvorens we één van bovenstaande zaken kunnen doen, moeten we ons bewust zijn van het probleem. We moeten in balans geraken.
Uit balans raken we door te multitasken (= meerdere zaken tegelijkertijd doen).
Dus als vrouw moeten we er niet blij mee zijn dat we dit kunnen. We moeten leren om te genieten van het NU-moment, zo behouden we onze energie.
Als we terugdenken aan het verleden, denken we vaak aan zaken die ons boos of verdrietig maakten. Als onze gedachten naar de toekomst gaan, veroorzaken ze vaak angst. Deze 2 laatste gedachtegangen doen ons energie verliezen.

Per dag hebben we ongeveer 60.000 gedachten, 50.000 daarvan zijn dezelfde als die van gisteren.
Onze negatieve gedachten zijn in grote groepen onder te verdelen:

  • Noodzakelijke gedachten, bv. facturen die betaald moeten worden, kinderen die van school gehaald moeten worden, …
  • Onnodige gedachten : oplossingen zoeken alvorens het probleem er is.
  • Roddelen.
  • Stress :  acute stress is tijdelijk en geen energievreter. Maar chronische stress is wel een energievreter en kan hoge bloeddruk, darmproblemen, depressies, burn-out en andere lichamelijke klachten veroorzaken. Je mag geen te hoge eisen stellen aan jezelf. Bij stress zijn gedachten heel belangrijk.
  • Dwangmatige gedachten (bv. ik moet woensdag soep koken).
  • Interne criticus = eigen innerlijke stem die afkeurt wat je wil denken (bv. ik ben te dom). Mensen met een lage zelfwaarde hebben een venijnige interne criticus. Daarom is het goed om meerdere keren per dag belonende gedachten te hebben en die ook, tegen jezelf, uit te spreken, bv. ik heb goede soep gemaakt. 

Veel mensen horen hun innerlijke stem niet door teveel negatieve zaken. Je kunt het vergelijken met de ringen van een ui. Als die er afgepeld zijn, hou je de kern over.
Zo is het ook met onze innerlijke stem. Eens alle negatieve zaken weg zijn, hoor je die stem. Dat kun je bereiken door mediteren. Dit is een genezingsproces: het juist gebruiken van gedachten, het stil maken (achtergrondmuziek mag).
Door deze negatieve gedachten kunnen we wel eens moeilijk slapen. Dan is het raadzaam om op je ademhaling te letten. Dan ademen we in één keer in (en doen dan goede energie op) en ademen eens zo lang uit (en laten de slechte energie uit ons lichaam).

Gelukkig zijn er ook positieve gedachten en die geven dan ook positieve energie.
Anders handelen begint met andere gedachten.

Hoe kunnen we positief  denken?

  • Denken/zeggen in de ik-vorm: ik ben gelukkig.
  • Denken/zeggen in de tegenwoordige tijd: ik ben gelukkig.
  • Denken/zeggen wat je wel wilt, niet wat je niet wilt: ik ben gelukkig (en NIET: ik ben niet ongelukkig, want die “niet” kent onze hersenen niet en zo lijkt het, voor onze hersenen, alsof we denken/zeggen “ik ben ongelukkig”).

Er zijn 4 grote denkfouten:

  • Wat zullen andere mensen denken?
  • Jezelf een etiket opplakken : ik ben te dom, te dik, …
  • Overdrijven  :  wat vroeger fout ging, zal nu ook wel fout gaan.
  • De toekomst voorspellen : iets (negatiefs) zal wel aflopen zoals ik het gezegd heb.

Het leven is niet altijd rozengeur en maneschijn. Meerdere keren in ons leven maken we een rouwproces door. Tijdens dit rouwproces komen boosheid, verdriet en andere negatieve zaken naar boven. Dan is het bijna onmogelijk om positief te blijven denken. Maar na verloop van tijd komen de mooie dingen terug.

Onze energie halen we voor 70 % uit onze geest en voor 30 % uit ons lichaam.
Gedachten concentreren op goede zaken geeft energie. Dus concentreer je op wat je nog wel kunt (en niet op wat niet meer kan).
Angst en twijfels zijn slechte raadgevers. “Wat als … ?” is een negatieve gedachte.

Hoe kunnen we meer energie krijgen?

  • Sleur vermijden door bv. niet altijd dezelfde weg te nemen, een muur een ander kleurtje geven, …
  • Tien activiteiten opschrijven die je graag doet en hiervan elke week één activiteit ook echt doen.
  • Met kinderlijke vreugde uitkijken naar een gebeurtenis.
  • Als je in bed ligt een geluksmoment zoeken van de voorbije dag.
  • Genieten van kleine dingen.
  • Dankbaar blijven voor kleine dingen.
  • Lachen verhoogt de aanmaak van endorfine (= gelukshormoon). Daardoor verhoogt ons zelfvertrouwen en verminderen lichamelijke klachten,
  • Dromen nu waarmaken en als dat niet kan ze visualiseren (= in je gedachten al beleven). Dit vermindert een kans op een dipje.

Maria Joos, 27/05/2011