Antistof onderscheidt ernstige en milde vorm reumatoïde artritis

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Onderzoekers van Johns Hopkins University school of Medicine hebben bij patiënten met de meeste ernstige vorm van reumatoïde artritis een subcategorie antistoffen aangetroffen. Deze antistoffen tegen peptidylarginine deiminase 4 (PAD4) zouden de basis kunnen vormen voor een diagnostische test en gerichte therapie. Het onderzoek is gepubliceerd in Science Translational Medicine.

De onderzoekers onder leiding van Antony Rosen, hoofd reumatologie bij Johns Hopkins University School of Medicine, vonden de antistoffen tijdens een zoektocht naar hét sleutelenzym dat de trigger is voor het ontstaan van reumatoïde artritis. In twee verzamelingen bloedmonsters troffen ze bij respectievelijk 18 en 12 procent de bloedmonsters PAD4-antistoffen aan. De antistoffen kwamen exclusief voor in monsters van patiënten met een ernstige vorm van reumatoïde artritis.

Ziekteprogressie
Van alle patiënten van wie de bloedmonsters afkomstig waren, werd het medisch dossier nagetrokken. In de groep patiënten bij wie de antistof was aangetroffen, was bij 80 procent de ziekte in het afgelopen jaar verergerd. In de groep patiënten bij wie geen PAD4 in het bloed was gevonden, was bij 53 procent sprake van ziekteprogressie. Daarbij was er ook een groot verschil aantoonbaar in de toename van de gewrichtsbeschadiging.

Agressief behandelen
Volgens de onderzoekers kan de aanwezigheid van de zogenoemde PAD3/PAD4 kruisreactieve autoantistoffen als basis dienen voor een antistofspecifieke diagnostische test om patiënten met een ernstige vorm van reumatoïde artritis te onderscheiden van patiënten met een mildere vorm. Naar schatting behoort een derde van de reumapatiënten tot de eerste categorie; het zijn meestal vrouwen. Bij deze patiënten zouden artsen dan onmiddellijk moeten starten met een agressieve behandeling, omdat ze doorgaans minder goed reageren op een ontstekingsremmende behandeling.

Medicijnen
In laboratoriumexperimenten is gevonden dat de antistoffen de enzymactiviteit van PAD4 stimuleren. In aanwezigheid van de antistoffen was de activiteit tot wel 500 keer groter dan wanneer er geen antistoffen waren. Met dit resultaat ziet Rosen het onderzoeksresultaat ook als uitgangspunt voor de zoektocht naar medicijnen die gericht het PAD4-enzym remmen.

Bron: www.mednet.nl/nieuws

Geplaatst: 2013-05-24