DE AANDACHT IS NU STERK GERICHT OP KORT BESTAANDE REUMATOÏDE ARTRITIS

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

De wereld van reumatoïde artritis (RA) is heden ten dage totaal anders dan twintig jaar geleden. Om te beginnen zijn patiënten er op het moment van diagnose al beter aan toe dan vroeger. "Ze zijn eerder naar een dokter gegaan", zegt epidemioloog Maud Jurgens, die onlangs op het onderwerp promoveerde.

Remissie
Een ander groot verschil zit natuurlijk in de behandeling. "Vonden we het vroeger mooi als de ziekteactiviteit was afgenomen en de pijn was verminderd, nu is remissie de doelstelling. Dat wil zeggen dat iemand zonder ziekteverschijnselen is", legt Jurgens uit. "Genezen kunnen we RA nog niet, maar vaak lukt het wel de ziekte als het ware slapend te krijgen. Dat iemand geen klachten meer ervaart en na enige tijd met de medicatie kan stoppen."
Die nieuwe doelstelling staat geformuleerd in de behandelrichtlijn RA, die in Europees verband werd opgesteld. Deze is een stuk ambitieuzer dan de aanpak die daarvóór gangbaar was. "Die nieuwe behandelrichtlijn moet je niet zien als een plotselinge verandering", zegt Jurgens. "Het was meer de codificatie van beleid dat in de jaren daarvoor was ontstaan."

Intensieve aanpak
Een  manier om het doel van remissie te halen is 'erbovenop zitten': in de eerste maanden van de behandeling komt de patiënt vaker naar het ziekenhuis: voor onderzoek, om de situatie te bespreken en om zo nodig de medicatie of dosis aan te passen. "Je wilt zo snel mogelijk weten of het middel aanslaat en of  je de juiste dosis te pakken hebt", zegt Jurgens. "Kwamen mensen vroeger in de beginfase elke drie maanden naar het ziekenhuis, nu is dat elke maand. En dat werkt."
Voor haar promotiestudie hield zij eerdere RA-onderzoeken uit de regio Utrecht tegen het licht, om te concluderen dat een intensieve aanpak effect heeft, dat de ziekteactiviteit flink wordt teruggedrongen. "En dat zonder de kwaliteit van leven aan te tasten. Deelnemers aan het onderzoek vonden het niet bezwaarlijk vaker naar het ziekenhuis te komen, als dat hun gezondheid ten goede kwam."

Multibiomarker
Behandeluitkomsten meet je met 'ziektematen", maar als de meeste patiënten er beter aan toe zijn dan vroeger, dan wordt het lastiger om met de bestaande instrumenten, zoals de DAS28, de ziekteactiviteit goed te meten. Vandaar dat Jurgens het nut onderzocht van een relatief nieuwe ziektemaat, de multibiomarker MBDA. "Deze combineert een aantal bloedwaarden en is dus een objectieve maat voor RA." Dat is anders dan bij de DAS28. Bovendien bevat die DAS-score zowel objectieve en als subjectieve elementen. "De DAS-score wordt bepaald aan de hand van onder meer pijn in gewrichten en een vraag over het algemeen welbevinden. Dat zijn subjectieve elementen. Pijn valt niet eenduidig objectief te meten." Jurgens vindt beide testen belangrijk. "De MBDA zegt veel over ontstekingen in het lijf, en die wil je zo veel mogelijk tegengaan. Maar meer subjectieve aspecten mag je niet negeren. Moeheid en pijn bijvoorbeeld zijn essentiele problemen bij RA, en een ziektemaat zonder subjectieve waarden is onvolledig." Een andere interessante uitkomst was dat prednison een gunstiger werking heeft dan vaak gedacht. "Het middel heeft een slechte naam", zegt Jurgens. 'Je krijgt er een opgeblazen gezicht van, je kunt er dik van worden en het heeft invloed op je psyche. Dat wordt in elk geval gezegd."
Uit het Utrechtse onderzoek blijkt dat prednison in een lage dosering, in combinatie met andere middelen, de ziekte beter terugdringt. Bovendien vallen, bij een lage dosis, de nadelen erg mee. "Mensen worden inderdaad iets zwaarder. Maar is dat een gevolg van de prednison of komt het doordat de RA minder actief is geworden? Wij hebben aangetoond dat gewichtstoename in ons cohort deels te verklaren is door vermindering van de ziekteactiviteit."

Langer RA
Gaandeweg stuitte Jurgens op een belangrijk hiaat in het hedendaagse RA-onderzoek. "De focus is nu sterk gericht op kort bestaande RA: hoe voorkom je dat mensen bij wie de ziekte onlangs is vastgesteld, gewrichtsschade oplopen? Hoe kunnen we reumatoïde artritis zo snel mogelijk tot staan brengen? Dat is heel mooi, maar wat bieden we de mensen die de ziekte al vijf, tien of twintig jaar hebben? Welke van de nieuwe behandelingen helpen bij hen het beste? Mogelijk hebben zij een andere aanpak nodig dan anderen, en dat vraagt ook om onderzoek. Deze mensen mogen we niet vergeten."

JOS OVERBEEKE, Uit: REUMA magazine.nl, nummer 1, feburari 2015

Geplaatst: 2015/02/21