Eular congres 2021 Highlights

Geplaatst op: 
Woensdag, 9 juni, 2021 - 16:38

De afgelopen dagen konden jullie enkele verslagen lezen van sessies op het EULAR congres. Alles volgen op vier dagen is niet mogelijk, gezien er telkens dertien onderwerpen op hetzelfde moment besproken worden. Daarom volgen we op zaterdag de hoogtepunten. Deze vind je hier.

 

Let wel: wij zijn zelf niet medisch geschoold en kunnen geen medische uitspraken doen.

 

Dr Alessia Alunno (Italië) bracht enkele van haar hoogtepunten naar voren. 

  • Uiteraard werd er het afgelopen jaar gigantisch veel onderzoek gedaan rond COVID-19. De COVID-19 Global Rheumatologie Alliance bekijkt de pandemie vanuit verschillende hoeken en bundelt de krachten van wetenschappers en onderzoekers wereldwijd. Zo werd onder meer onderzocht in hoeverre je medicatie invloed heeft op de ernst van een eventuele COVID-infectie. Mensen die behandeld worden met JAK-remmers of rituximab hebben, volgens onderzoek, meer kans op ernstige complicaties dan mensen die met anti-TNF medicatie behandeld worden. Ook hoge doses glucocorticoïden kunnen een negatief effect hebben. Andere reumamedicijnen blijken voorlopig veilig en zorgen niet voor problemen. Deze gegevens worden nu van korterbij bekeken en de nodige strategieën worden opgemaakt.

 

  • Wat vaccineren tegen COVID-19 betreft, bevestigt Prof. Machado de gegevens uit de artikels op onze website. (zie ook hier)
    • Vaccineren blijft veilig voor mensen met reumatische aandoeningen
    • Bijwerkingen zijn niet verschillend dan die bij de algemene bevolking
    • De overgrote meerderheid van mensen met reuma verdraagt de vaccins goed. Er waren slechts enkele rapporten over mensen met een reuma-opstoot na vaccinatie en nog minder over ernstige bijwerkingen.
    • De resultaten zijn bemoedigend. Zowel artsen als patiënten worden aangemoedigd om de vaccins te (laten) zetten.

 

  • Onderzoek rond cardiovasculaire aandoeningen bij reumatoïde artritis duidt op het belang van tijdige behandeling. Het blijkt dat de impact van RA op cardiovasculaire aandoeningen al heel vroeg, in het begin van de ziekte, behoorlijk groot kan zijn. Daaruit leidt men af dat het beter is om in het begin de RA stevig te behandelen, om zo ook de cardiovasculaire risico's in te perken.

 

  • 8% van de patiënten met psoriasis artritis geeft aan zware depressieve symptomen te hebben. 22% heeft gemiddelde depressieve symptomen. Deze symptomen hebben een duidelijke invloed op de ziekte zelf en het functioneren. Of er al dan niet huidproblemen zijn, gewrichtsklachten of hoge ontstekingswaarden, is minder van belang. De resultaten van het Duitse onderzoek geven duidelijk aan dat depressie een belangrijke onderliggende aandoening is, naast de reumatische aandoening, die gepast behandeld moet worden.

 

  • Medicijnen werken niet bij iedereen even goed. Daarom moeten mensen soms wisselen van medicatie. Deens onderzoek wijst uit dat een groot deel van mensen met axiale spondylitis verschillende biologische medicijnen proberen. 1 op 10 probeerde zelfs meer dan drie biologicals. Vrouwen schakelen vaker over dan mannen en onderliggende aandoeningen spelen ook een rol. De onderzoekers zullen zich verder toespitsen op de karakteristieken van de mensen die vaker overschakelen en zullen bekijken wat de impact is op langere termijn. Op die manier proberen ze in de toekomst te voorspellen hoe mensen zullen reageren op bepaalde behandelingen, zodat er meteen een goede match is.

 

  • Een Frans team bekeek de behandeling van Sjögrenpatiënten. Het gebruik van belimumab en het gebruik van rituximab is veilig, zo weet men. Dit team onderzocht of een combinatie van deze twee medicijnen ook veilig zou kunnen zijn. De bevindingen waren positief én de patiënten bleken het op heel wat punten beter te doen dan wanneer ze slechts één medicijn namen, ook op langere termijn. De onderzochte groep was niet heel groot, meer onderzoek is nodig om deze resultaten te bevestigen.

 

  • Mensen met systeemsclerose zouden bij hun diagnose altijd moeten gecheckt worden op longlijden. Vroegtijdige diagnose geeft immers betere resultaten op langere termijn. Verder zijn er ook nieuwe behandelingsmogelijkheden voor ILD, wat altijd goed nieuws is!

 

  • Dr. Nikiphorou (UK) benadrukt het belang van gezonde voeding:
    • Juiste voeding kan ontstekingen verminderen
    • Een mediterraans dieet, aangevuld met vis en anti-oxidanten heeft de voorkeur
    • Omega-3 werkt ontstekingsremmend
    • Verminder zout en suikerhoudende dranken
    • Voorzie een vezelrijk dieet met een lage glycemische index
    • Wees matig met alcohol en koffie
    • Vitamine D en indien nodig andere vitaminen kunnen helpen
    • Beweeg regelmatig en houdt je BMI binnen de normale waarden
    • Zorg dat je aandoening(en) onder controle blijven

 

  • Nederlands onderzoek wijst op het belang van regelmatige screening voor hart- en vaatziekten.
    • Mensen met bindweefselziektes hebben een grotere kans op cardiovasculaire aandoeningen
    • Elke patiënt zou regelmatig gescreend moeten worden
    • Educatie rond het verminderen van de risico's is belangrijk
    • Internationale richtlijnen bevelen aan om de educatie rond hart- en vaatziekten op te nemen in de dagelijkse praktijk.

 

 

Dr. Agnes Kocher (Zwitserland) gaf ons nog inzichten over het programma van de paramedici. Zo kwam een Noors onderzoek rond een beweegprogramma voor mensen met heup- of knieartrose aan bod. Het programma maakte gebruik van lotgenoten om de mensen bij te staan.

Een Deens onderzoek pleitte voor een degelijke aanpak van zelfmanagement. Patiënten zijn immers 99% van hun tijd geen patiënt, maar wel moeder/vader/partner/werknemer/vriend/kind/... En wat ze in die tijd doen, heeft ook een effect op hun gezondheid, levenskwaliteit en het gebruik van de gezondheidszorg. Patiënt zijn brengt heel wat uitdagingen mee, maar die moeten passen in het geheel van de persoon zelf.

 

Al gauw geraakten we in een discussie over het belang van zelfmanagement, patient empowerment en peer support (steun en hulp van mensen in dezelfde situatie).

De doorverwijzing naar een patiëntenorganisatie of lotgenotengroepen blijft moeilijk. Sommige artsen blijven wat weigerachtig staan tegenover patiëntenorganisaties. Dit kan alleszins beter. De patiënt zelf moet immers de keuze kunnen maken of hij of zij geholpen wil/kan worden door lotgenoten of een organisatie.

 

 

Zoals al gezegd, kunnen we de sessies nog herbekijken tot begin juli. We hopen jullie deze maand nog enkele interessante bevindingen mee te kunnen geven.