JIA en RA zijn twee verschillende ziektebeelden

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Kinderarts reumatologie/immunologie Daniëlle Brinkman werkt op de afdeling kindergeneeskunde van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).

Zij legt uit: "JIA is een paraplu voor acht verschillende vormen van jeugdreuma. Eén van deze vormen, poly-articulaire JIA met positieve reumafactor, vertoont de meeste overlap met RA. Van de groep kinderen met JIA, heeft ongeveer vijf procent deze vorm."

JIA en RA zijn twee verschillende ziektebeelden, volgens  Brinkman. "JIA komt ook minder vaak voor dan RA: RA komt voor bij één op de 100 mensen, JIA bij ongeveer één op de 1000 kinderen. De benadering is verschillend, het ziektebeeld, de behandeling en de complicaties zijn anders en ook in de spreekkamer gaat het er heel verschillend aan toe. Een van de overeenkomsten tussen beide aandoeningen is dat de ziekte gepaard gaat met chronische ontsteking van de gewrichten."

Still
Het kan dus gebeuren dat je een volwassene tegen het lijf loopt die jeugdreuma heeft. Het omgekeerde komt echter niet voor. "Bij kinderen onder de 16 zullen we altijd de diagnose JIA stellen. RA komt niet bij kinderen voor", zegt Brinkman stellig. Hoe zit het dan met de ziekte van Still, een reumatische aandoening die meestal bij kinderen en in een enkel geval bij volwassenen optreedt? Brinkman: "Er is een adult onset vorm van de ziekte van Still en dit is een ander ziektebeeld dan RA en JIA. Die ziekte is namelijk meer auto-inflammatoir dan auto-immuun. Ik verwacht dan ook dat bij meer kennis over deze specifieke ziekte de JIA-classificatie in de toekomst weer aangepast zal worden.

" Een belangrijk verschil tussen RA-patiënten en kinderen met JIA is dat er bij de kinderen minder frequent reumafactoren in het bloed worden aangetroffen. Reumafactor en anti-CCP antilichamen spelen alleen een rol bij de kleine subgroep van poly-articulaire JIA patiënten met positieve reumafactor.
Brinkman: "Bij JIA controleren we de ANA, een soort reumafactor die een verhoogd risico geeft op een veel voorkomend probleem bij de oligo-articulaire JIA: uveïtis, een regenboogvliesontsteking in het oog."

Bij het stellen van een juiste diagnose bij kinderen speelt observatie een belangrijke rol. "Tijdens de gesprekken met de ouders in de spreekkamer kijk ik heel goed hoe het kind beweegt en speelt. Daar haal je dikwijls de meeste informatie uit. Vaak maken we ook gebruik van spelobservatie door een getrainde kinderfysiotherapeut om te kunnen beoordelen welke gewrichten betrokken zijn. Kinderen melden gewrichtspijn meestal niet. Ze hebben het wel, maar het staat niet op de voorgrond. Ze gaan anders bewegen. Denk aan billenschuiven in plaats van lopen. Ook ochtendstijfheid is moeilijk aan te geven voor jonge kinderen. Ouders merken het bijvoorbeeld omdat hun kind plotseling last krijgt van een ochtendhumeur."

Behandeling
Wat betreft de behandeling van jeugdreuma en RA is het belangrijkste verschil dat er voor kinderen veel minder geregistreerde medicijnen voorhanden zijn. Methotrexaat en sulfasalazine zijn twee anti-reumamiddelen die artsen voor kinderen mogen voorschrijven. Etanercept is de enige TNF-alfa remmer die bij kinderen is geregistreerd. Dit jaar zal ook Humira worden geregistreerd voor JIA, echter officieel pas bij een leeftijd boven de dertien jaar. Dit betekent dat kinderreumatologen veel extra werk moeten verzetten om ook niet geregistreerde medicatie te verkrijgen voor kinderen die dat hard nodig hebben. Voor kinderen met Still wordt onder andere de biological anakinra voorgeschreven. Prednison wordt eveneens gebruikt ter overbrugging, bijvoorbeeld tot de werking van het tweedelijns anti-reumamiddel optreedt.

Wat in de behandeling van kinderen met jeugdreuma meespeelt, is het feit dat ze in de groei zijn. Brinkman: "We weten dat steroïden, zoals prednison, de groei kunnen remmen. Daarom zijn we terughoudend in het voorschrijven. Op dit moment is nog niet bekend wat de lange termijneffecten van anti-TNF-alfa middelen zijn bij kinderen. Dat is wel iets om nauwkeurig te volgen, want kinderen gebruiken deze middelen in principe langer dan volwassenen."

Onderzoek
Ondanks het feit dat RA en JIA twee verschillende aandoeningen zijn, houden de  afdelingen kindergeneeskunde en 'volwassen'  reumatologie wel gezamenlijke  (poli)besprekingen. Ook op het gebied  van  wetenschappelijk onderzoek is er intensieve  samenwerking. Zo is de afdeling kinderreumatologie een landelijke studie gestart die is afgeleid van de BeST-studie, een groot onderzoek naar de beste behandelmethode voor RA: 'BeSt in Kids'. Hiernaast loopt er een groot internationaal onderzoek naar genetische factoren die mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van JIA. 'Er is wel overlap tussen de onderzoeks gebieden, maar het gaat bij JIA mogelijk om een ander complex ziektebeeld, waarbij ook meerdere factoren een rol spelen. Omdat het bij kinderen in ontwikkeling nog belangrijker is om onnodig zwaar behandelen te voorkomen, onderzoeken we ook of er erfelijke factoren bestaan die het beloop van JIA beter kunnen voorspellen, zodat we in de toekomst therapie op maat kunnen leveren."

Uit: In Beweging, april 2009