Kniespoeling helpt RA-patiënten

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Onderzoek naar reumatoïde artritis levert steeds meer aanknopingspunten op voor medicijnen.

Niet alle patiënten reageren echter voldoende op het explosief groeiende repertoire aan medicamenten. Voor sommigen van hen heeft promovendus Maikel van Oosterhout goed nieuws. Het ‘spoelen’ van gewrichten voordat er ontstekingsremmers in worden geïnjecteerd, halveert de kans dat de ontsteking terugkomt.

Reumatoïde artritis (RA) is een chronische ziekte waarbij het afweersysteem zich tegen het eigen lichaam keert. Gewrichten gaan ontsteken en zwellen en na verloop van tijd beschadigt de ziekte het kraakbeen en het bot. Pijn, stijfheid en vermoeidheid spelen een grote rol in het leven van menig RA-patiënt.
 
Injectie
Patiënten die ondanks hun medicatie ontstoken gewrichten hebben, kunnen daarin ontstekingsremmers (corticosteroïden) geïnjecteerd krijgen. Promovendus Maikel van Oosterhout (Reumatologie) liet in een onderzoek onder achtenzeventig patiënten zien dat het vooraf ‘schoonspoelen’ van een gewricht het effect van de remmers verlengt. Via twee in het kniegewricht ingebrachte buisjes spoelde hij een liter vocht door de ontstoken gewrichten, voordat hij de ontstekingsremmer toediende. Dat halveerde de kans op een terugkerende ontsteking binnen negen maanden, vergeleken met alleen een injectie.

Toch zullen niet alle patiënten die een injectie krijgen - in het LUMC wekelijks tientallen - vooraf een spoeling krijgen, benadrukt Van Oosterhout: “De spoeling is belastender en kost meer tijd en moeite dan een injectie. Je zou eerst een of twee keer alleen een injectie moeten proberen.”

Minder agressief
De reumatoloog in opleiding detecteerde in zijn onderzoekingen ook verschillen tussen de ontstoken gewrichten van 57 patiënten met of zonder antistoffen tegen CCP. Die antistoffen voorspellen een ernstiger beloop van de ziekte en meer gewrichtsschade. Patiënten met antistoffen hadden in hun gewrichten meer lymfocyten, een bepaald type afweercel, dan de anderen. Ook waren hun gewrichten meer beschadigd. Of de lymfocyten de schade veroorzaken valt daaruit helaas niet op te maken.

Wellicht verwarrend was dat de patiënten zonder CCP-antistoffen een dikker synovium hadden, terwijl de patiënten mét antistoffen actievere gewrichtsontstekingen hadden. Een verdikking van dat normaalgesproken dunne laagje cellen dat het gewricht van binnen bekleedt, duidt over het algemeen op veel ontsteking. Van Oosterhout: “De kwaliteit van de cellen van het synovium is waarschijnlijk veel belangrijker dan het aantal cellen. Patiënten zonder CCP-antistoffen hebben er weliswaar meer, maar die synoviocyten zijn misschien minder agressief.”

Losse eindjes
Steeds meer van dit soort puzzelstukjes vallen op hun plaats en toch blijft de wirwar van cellen en processen in ontstoken gewrichten in vele opzichten een raadsel. Demotiveert dat een onderzoeker? “Ja en nee”, erkent Van Oosterhout. “Ja, omdat je nooit dé oorzaak of dé oplossing zult vinden. Nee, omdat de vooruitgang in de behandeling van RA ontzettend bemoedigend is. Ik ga zeker nog verder met de losse eindjes van mijn onderzoek.”

Hij promoveerde op 19 november jl. bij prof. dr. Tom Huizinga (Reumatologie) en prof. dr. Jaap van Laar (universiteit van Newcastle) op zijn proefschrift Pathological features of rheumatoid synovitis in the context of therapeutic interventions and clinical settings.

Bron: www.lumc.nl
Geplaatst: 18 februari 2009