Prijs medicatie taboe tijdens consultatie - Beter overleg artsen en apothekers kan gezondheidszorg goedkoper maken

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

De kostprijs van de medicatie bepaalt of patiënten met een chronische aandoening de medicijnen trouw innemen. Toch wordt de prijs van geneesmiddelen in veel dokterspraktijken amper besproken. Dat blijkt uit een onderzoek van Jessica Fraeyman van de Universiteit Antwerpen.

Fraeyman analyseerde voor haar doctoraat of patiënten met een chronische aandoening zich bewust zijn van de prijs die ze voor hun geneesmiddelen betalen. Slechts een op de tien patiënten bleek door zijn huisarts op voorhand geïnformeerd te zijn. Een groep die dubbel zo groot is, had de informatie graag van de huisarts gehad maar kreeg ze niet. Minder dan 4 procent nam zelf het initiatief en vroeg de arts ernaar.

‘Zeker zij die vinden dat hun medicijnen op het budget wegen, vertellen dat ze de kostprijs meenemen in de dagelijkse afweging of ze de pillen wel slikken. Sommigen nemen hun pillen slechts om de dag zodat ze de kosten drukken’, aldus de onderzoekster.

Bron: www.standaard.be/

*****

Beter overleg artsen en apothekers kan gezondheidszorg goedkoper maken

'De gezondheidszorg moet inboeten aan kwaliteit en efficiëntië door meningsverschillen tussen artsen en apothekers', blijkt uit een doctoraatsonderzoek aan de UAntwerpen

De terugbetaling van geneesmiddelen gebeurt soms met elkaar tegenwerkende maatregelen. Er is ook te weinig overleg tussen artsen en apothekers. Daardoor boet de gezondheidszorg in aan efficiëntie. Dat blijkt uit doctoraatsonderzoek aan de UAntwerpen over maatregelen om de gezondheidszorg te verbeteren.

Meningsverschillen

Een van de problemen komt er door meningsverschillen tussen huisartsen en apothekers over Voorschriften op Stofnaam (VOS), waarbij de apotheker het goedkoopste door de arts voorgeschreven geneesmiddel moet afleveren. Maar het aantal stofnaamvoorschriften ligt met 9 procent nog erg laag. De oorzaak wordt onder meer gevonden in het straf- en beloningssysteem van het RIZIV, waardoor beide beroepsgroepen 'onevenwichtig' worden gemotiveerd.

'Zo worden apothekers bestraft als ze niet alle voorschriften op stofnaam aanduiden, maar ze worden alleen vergoed voor de geneesmiddelen die terugbetaald worden en waarvoor er een generische versie beschikbaar is. Daarentegen tellen in het beloningssysteem van artsen alle voorschriften mee, ongeacht of er een generische variant beschikbaar is', klinkt het.

Remgeld

'Dan ontstaat een onfair gevoel vanuit de apothekers van waarom zou ik dat aanduiden, als enkel de arts daarbij baat heeft?', zegt onderzoeker Jessica Fraeyman (UAntwerpen). 'Overleg en samenwerking bestaat er dus nauwelijks tussen huisartsen en apothekers. Vanuit de overheid dient er daarom een structurele ondersteuning te komen voor lokaal medisch-farmaceutisch overleg tussen beide beroepsgroepen, om hen dichter bij elkaar te brengen en de efficiëntie in de eerstelijnsgezondheidszorg te verhogen'.

Volgens Fraeyman zijn er ook problemen met de terugbetaling van geneesmiddelen, die voor 16 procent van de gezondheidszorgkosten zorgen. 'Er is het referentieterugbetalingssysteem. Dat werkt in principe goed, met remgeld dat proportioneel is tegenover de prijs, maar doorheen de jaren zijn daar allerlei maatregelen bovenop gekomen en is de maximumgrens voor het remgeld steeds verlaagd', stelt Fraeyman. 'Een duurder en een goedkoper geneesmiddel kosten voor de patiënt zo evenveel. Generische geneesmiddelen verliezen zo hun voordeel. Vooral de ziekteverzekering is daar de dupe van.'

Maggie De Block

Fraeyman pleit ervoor om de uitgaven voor geneesmiddelengebruik beter te kunnen bewaken met permanente kwaliteitscontrole. Ze zal haar onderzoek binnenkort overmaken aan het kabinet van minister voor Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD).

Bron: www.knack.be/nieuws/gezondheid/

Geplaatst: 2015-01-03