RA en risicofactoren: milieu

Geplaatst op: 
Donderdag, 11 mei, 2017 - 20:42

RA en risicofactoren.Volgens het artikel ‘Environmental Risk Factors’ worden het milieu en andere niet-genetische factoren ongeveer voor een 40% verantwoordelijk geacht voor het risico op het ontwikkelen van reumatoïde artritis en genetica voor de resterende 60%.
Wanneer we praten over de rol die het milieu speelt bij het veroorzaken of bijdragen aan de ontwikkeling van een ziekte, bedoelen we verschillende dingen.
Het milieu verwijst naar de plaats/omgeving waar we wonen én de stoffen of organismen waarmee we in aanraking komen, met inbegrip van bacteriën, virussen, stof en verontreinigende stoffen.

Er kan enige overlapping bestaan tussen milieufactoren en andere niet-genetische factoren, zoals levensstijl, eetgewoonten en bepaalde sociaal-economische factoren.
Deze komen in een ander artikel aan bod: RA en risicofactoren.

Risicofactoren en auto-antilichamen
Bij RA functioneert het immuunsysteem niet naar behoren en keert het zich tegen het eigen, gezonde gewrichtsweefsel van het lichaam.
Als onderdeel van de auto-immuunrespons bij RA ontwikkelt het immuunsysteem auto-antilichamen tegen gezond weefsel, op eenzelfde manier waarop de normale immuunrespons antilichamen ontwikkelt tegen vreemde organismen (zoals virussen) die het lichaam binnendringen.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat RA kan worden verdeeld in subtypes volgens de auto-antilichamen die in het RA-gewrichtsweefsel voorkomen.
Deze subtypes worden aangeduid als ACPA-positieve en ACPA-negatieve RA en verwijst naar een bepaald soort antilichaam dat wordt aangemaakt om die eiwitten aan te vallen die een proces hebben ondergaan, citrullinatie genaamd, als reactie op een ontsteking. ACPA is de Engelse afkorting voor wat wij kennen als anti-CCP: anti-Cyclisch geCitrullineerde Proteïnen.

Blijkt dat de invloed van genetisch risico en het risico veroorzaakt door milieufactoren bij RA sterk verschilt naargelang een patiënt ACPA-positief is (ACPA is gedetecteerd) of ACPA-negatief (ACPA is niet gedetecteerd). Bijvoorbeeld, het risico van de milieufactor “roken” is voornamelijk een risicofactor voor patiënten die ACPA-positief zijn.
Interessant genoeg testen ACPA-positieve patiënten meestal ook positief voor de reumafactor (RF), een chemische stof die vaak voorkomt in RA-gewrichten.
 
Wat zijn de bewijzen ter ondersteuning van risicofactoren veroorzaakt door milieu
Het is moeilijk om een studie te voeren die de impact meet van het milieu op het risico voor de ontwikkeling van een ziekte zoals RA, die op zich in feite kan resulteren uit een combinatie van genetische, milieugerelateerde en andere risicofactoren. Daarom zijn er relatief weinig goede studies die milieufactoren onderzoeken.

Roken
Roken is de meest gekende milieugerelateerde risicofactor voor de ontwikkeling van RA (maar deze factor kan evengoed als een risicofactor, voortspruitend uit de levensstijl, worden beschouwd).
Er zijn een aantal epidemiologische studies die hebben aangetoond dat roken het risico op het ontwikkelen van RA verhoogt.
Een dergelijke studie werd uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk, waar 13 identieke (monozygote/eeneiige) tweelingen werden bestudeerd. Bij elk tweeling was er één een roker en de andere niet-roker en één ervan had RA en de andere niet. (Vergeet niet dat identieke tweelingen hetzelfde genetisch materiaal delen, dus een andere factor dan de genetica zou de ontwikkeling van RA moeten uitleggen).
Bleek dat bij 12 van de 13 tweelingen de roker ook diegene was die RA had.
Andere gelijkaardige studies bevestigden deze resultaten en hebben vastgesteld dat roken een factor is die het risico op RA verhoogt.

Hoewel er sterke aanwijzingen zijn dat roken het risico op RA verhoogt, is pas onlangs gebleken dat roken slechts een risicofactor bleek te zijn bij RA-patiënten die ACPA-positief zijn (alsook RF-positief).
Bovendien is het risico het hoogst bij patiënten met bepaalde erfelijke mutaties in het gen HLA DRB1. Bij mensen die ACPA-positief zijn, is het risico op RA-ontwikkeling 10 tot 40 keer groter bij bepaalde mutaties in HLA DRB1, in vergelijking bij hen zonder deze mutaties.

De vraag of rokende ouders het risico op RA verhogen, blijft nog steeds onbeantwoord.

Silica stof blootstelling
Een andere goed gekende milieugerelateerde risicofactor voor reumatoïde artritis is silica stof (steenstof), een soort blootstelling die vooral mensen in de mijnindustrie treffen.
Nogmaals, net zoals bij roken, lijkt deze risicofactor voornamelijk mensen met ACPA-positieve RA te treffen.

Minerale oliën en andere stoffen die het immuunsysteem activeren
Minerale oliën, waaronder destillaten van aardolie, behoren tot een breed scala van verbindingen (bekend als adjuvanten) met het vermogen om het immuunsysteem te activeren (dit betekent dat een immuunrespons wordt veroorzaakt).
Bij experimenten met deze verbindingen in laboratoria werd aangetoond dat inflammatoire artritis bij knaagdieren wordt geïnduceerd.
In een studie bleek dat bij hoge, beroepsmatige blootstelling aan hydraulische olie een verhoogd risico op de ontwikkeling van RA werd vastgesteld.
Echter, slechts weinig studies hebben de blootstelling aan minerale oliën en andere soortgelijke verbindingen en het risico op RA onderzocht.

Infecties
Hoewel er veel interesse is geweest in het idee dat een of andere infectie (ofwel virale, ofwel bacteriële) een rol kan spelen bij het triggeren van RA, is er tot op heden weinig bewijs om deze theorie te ondersteunen. Een mogelijkheid is dat infecties een soortgelijke rol kunnen spelen als een groot deel van petroleumverbindingen die het immuunsysteem activeren.

Tot op heden is de virus met de sterkste associatie met het risico op het ontwikkelen van RA het Epstein-Barr-virus (EBV), een lid van de herpesvirusfamilie, een van de meest voorkomende virussen bij de mens. In de VS waren de meeste volwassenen (tussen de 35 en 40 jaar) ooit op een bepaald moment in hun leven geïnfecteerd met EBV. Studies die EBV met RA associëren, hebben hoge niveaus van het virus gevonden in lymfocyten die in het lichaam circuleren. Daarnaast is EBV gevonden in synoviale vloeistof van patiënten met RA.

Andere micro-organismen en mogelijke associatie met risico voor RA zijn parvovirus B19, mycoplasma pneumoniae, proteus, bartonella, chlamydia, porphyromonas gingivalis en borrelia burgdorferi.
De meeste van deze associaties zijn echter gemaakt op resultaten van kleine studies die niet in grote mate zijn gereproduceerd.

Voor vragen over dit artikel kan je mailen naar info@raliga.be

Bron: Tekst (vrije vertaling) RheumatoidArthritis.net, Environmental Risk Factors

Meer info op raliga.be over: milieu | omgeving | risicofactoren