Zes feiten over geneesmiddelen

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Het lijkt op het eerste gezicht logisch: 50 mg diclofenac (een ontstekingsremmende pijnstiller) is minder sterk dan 500 mg naproxen (een andere ontstekingsremmende pijnstiller). Toch is niets minderwaar.

  1. Vijftig mg diclofenac is niet minder sterk dan 500 mg naproxen of 500 mg paracetamol
    Omdat 1 mg diclofenac ongeveer zes keer krachtiger werkt dan 1 mg naproxen, heb je maar een heel klein beetje diclofenac nodig en veel meer naproxen om hetzelfde effect te hebben. We noemen dat 'potentie' van het geneesmiddel: diclofenac is een potenter stofje dan naproxen. Je kunt de doseringen van geneesmiddelen niet zo maar vergelijken, maar je moet ze beoordelen op basis van hun potentie. En dan zie je ineens dat 150 mg diclofenac even sterkt werkt als 1000 mg naproxen, 15 mg meloxicam en 1800 mg ibuprofen.
    Voor veel mensen is het even wennen: al die doseringen die je zo slecht met elkaar kan vergelijken. Dat leidt tot vragen of onbegrip. Hierna nog eens zes feiten op een rij.
  2. De kans op kanker bij reumatologische doseringen methotrexaat is niet verhoogd
    Methotrexaat is de hoeksteen van de behandeling van reumatoïde artritis. Het middel is bij veel mensen effectief en heeft voor veel mensen (helaas niet voor iedereen) acceptabele bijwerkingen. Bovendien is er veel ervaring met methotrexaat en is het middel ook betaalbaar. Dat de balans tussen positief effect en negatieve bijwerkingen gunstig uitpakt voor methotrexaat, blijkt wel uit het feit dat na vijf jaar, nog steeds de helft van de mensen met RA methotrexaat gebruikt. Methotrexaat wordt bij RA in een dosis van 5-30 mg per week voorgeschreven. Het geneesmiddel wordt ook bij kanker gebruikt, maar dan in een dosis van enkele grammen per dag. Omdat methotrexaat bij kanker wordt gebruikt, zijn sommige mensen bang dat je van methotrexaat kanker krijgt. Er zijn echter vele onderzoeken die laten zien dat langdurig gebruik van methotrexaat de kans op kanker niet of nauwelijks lijkt te verhogen.
  3. Prednisolon is doorgaans geen paardenmiddel
    Prednisolon (en ook prednison) wordt soms ten onrechte verguisd en gezien als een paardenmiddel. Vaak is dat niet zo, het hangt (ook hier) sterk af van de dosis prednisolon die wordt gegeven, en van de duur van de behandeling. Een korte kuur met een hoge dosis prednisolon geeft nauwelijks bijwerkingen. Een lange kuur met een lage dosis prednisolon kan weliswaar bijwerkingen geven (botontkalking, maagproblemen, ontregelende diabetes, slaapstoornissen), maar de ervaring leert dat die bijwerkingen redelijk goed in de hand zijn te houden.
    Soms (met name bij langdurig gebruik)) moet er wel een extra geneesmiddel worden voorgeschreven om de kans op bijwerkingen te verminderen. 
  4. Met alleen pijnstillers is reumatoïde artritis doorgaans niet goed behandeld
    De belangrijkste doelen bij de behandeling van reumatoïde artritis zijn: weinig klachten, goed kunnen functioneren en geen schade aan de gewrichten. Wanneer je alleen de pijn zou stillen met (ontstekingsremmende) pijnstillers, gaat de beschadiging aan de gewrichten gewoon door. Om die beschadiging te renmen heb je reumaremmers zoals methotrexaat, leflunomide, sulfasalazine en/of een van de biologicals nodig. Dus bij de behandeling van reumatoïde artritis is de reumaremmer het belangrijkste, die zorgt dat je op lange termijn minder klachten hebt, minder beschadigingen oploopt en ook dat je beter gaat functioneren.
    Pijnstillers zijn prettig om de pijn te verlichten (en vaak ook de ochtendstijfheid te verminderen), maar de gewichtsbeschadigingen (en daarmee het functioneren op lange termijn) worden door pijnstillers niet beïnvloed.
  5. Bij de meeste biologicals moet je het liefst ook nog mehotrexaat gebruiken
    Biologicals (zoals bijvoorbeeld adalimumab (Humira®), etanercept (Enbrel®), infliximab (Remicade®), golimumab (Symponi®) en abatacept (Orencia®)) worden meestal voorgeschreven als methotrexaat en/of een andere traditionele reumaremmer niet meer goed werkt of te veel bijwerkingen geeft. Maar uit onderzoek blijkt dat deze biologicals beter werken als je ze combineert met methotrexaat, leflunomide of azathioprine. Je kunt dus een biological voorgeschreven krijgen samen met methotrexaat in het geval dat methotrexaat alléén onvoldoende hielp. Bij de combinatie biological met methotrexaat geldt namelijk 1+1=3. Er is één uitzondering: het biological tocilizumab (RoActemra ®) hoeft niet gecombineerd te worden met een traditionele reumaremmer.
  6. Paracetamol werkt wel bij artrose
    Paracetamol is de veiligste pijnstiller die we hebben. Helaas nemen veel mensen een te lage dosis paracetamol en denken dan dat paracetamol niet werkt. Maar voor een goed pijnstillend effect bij bijvoorbeeld artrose hebben veel mensen 3 gram paracetamol (= 6 tabletten van 500 mg) per dag nodig. Deze dosering wordt doorgaans goed verdragen en is ook (tenzij je veel alcohol drinkt of een leverziekte hebt) acceptabel voor de lever. Pas wanneer een voldoende dosis paracetamol niet werkt, is het raadzaam om over te stappen naar de tweede behandelstap bij artrose: het gebruik van middelen zoals naproxen, meloxicam, diclofenac en ibuprofen. Deze middelen werken niet alleen pijnstillend, maar ook ontstekingsremmend. De kans op bijwerkingen is bij deze middelen echter groter dan bij inname van 3 gram paracetamol.

Auteur: Bart van den Bemt, is apotheker van de Maartensapotheek, de poliklinische apotheek van de Maartenskliniek in Nijmegen. De Maartensapotheek is de enige openbare apotheek in Nederland, die in reumatologie, orthopedie en revalidatie gespecialiseerd is.

Uit: In Beweging, maart 2013

Geplaatst: 2013-03-22