Actieve reumatoïde artritis tijdens zwangerschap leidt tot lichtere baby

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Moeders met de veelvoorkomende reumavorm reumatoïde artritis krijgen vaak lichtere baby’s dan gezonde vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek waarop Yaël de Man van het Erasmus MC woensdag 1 juli 2009 promoveert. De promovenda pleit voor een betere begeleiding van zwangere reumapatiënten.

Het geboortegewicht is lager naarmate de moeders tijdens de zwangerschap meer last hebben van de ziekte. De mate waarin het geboortegewicht daalt is vergelijkbaar met dat van roken van sigaretten tijdens de zwangerschap.

Roken
Het onderzoek toont voor het eerst aan dat actieve reuma bij de moeder een negatieve invloed heeft op het geboortegewicht van het kind. Hoe heviger de ziekte tijdens de zwangerschap, hoe groter de kans is op een lager geboortegewicht. Toch valt het geboortegewicht nog wel binnen de normale grenzen. De Man: ‘De mate waarin het geboortegewicht verlaagt is te vergelijken met de daling in gewicht door roken tijdens de zwangerschap. Wat dat betekent voor de kinderen op lange termijn is onbekend. Hiervoor is aanvullend onderzoek nodig.' Ook vrouwen die vanwege reuma prednison gebruiken kregen lichtere kinderen. Dat komt doordat het medicijn de zwangerschap verkort. Bijna één op de 100 Nederlanders heeft reumatoïde artritis, vaak ook al op jonge leeftijd. Patiënten hebben last van chronische gewrichtsontstekingen in met name handen en voeten.

Klachten
De promovenda pleit voor een betere begeleiding van zwangere reumapatiënten. ‘Nu we weten dat de ziekte invloed heeft op het kind, is het belangrijk dat artsen hun patiënten in de gaten houden.' Nu ontbreekt begeleiding vaak omdat vrouwen tijdens de zwangerschap juist minder vaak door hun arts worden gezien omdat de ziekte gaat liggen. De Man ontdekte dat maar de helft van de vrouwen echt verbetert tijdens de zwangerschap, terwijl veel artsen denken dat dat bij meer dan drie kwart van de vrouwen gebeurt. Het contact met de arts wordt meestal pas gezocht na de bevalling als patiënten weer klachten krijgen. De ziekte keert vrijwel bij iedereen binnen drie maanden na de bevalling terug.

Autostoeltje
Er is nog een belangrijke reden om de begeleiding te verbeteren. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de ziekte één op de drie moeders hindert bij het uitvoeren van de zorgtaken zoals het tillen, wassen, aankleden en in het autostoeltje zetten van de baby. ‘Artsen kunnen de problemen verzachten door moeders meer informatie te geven over hoe ze hun gewrichten het minst belasten. Het helpt ook om bedjes en commodes op de juiste hoogte te zetten.'

Kinderwens
Voor haar onderzoek heeft De Man gebruikgemaakt van gegevens uit de zogenoemde PARA-studie waaraan 350 vrouwen met reuma uit het hele land hebben meegewerkt. De meeste vrouwen zijn thuis gevolgd door het onderzoeksteam van het Erasmus MC vanaf het moment dat zij een kinderwens hadden tot een half jaar na de bevalling. Wereldwijd zijn er nooit eerder zo veel vrouwen met reuma onderzocht voor, tijdens en na de zwangerschap. Dit omvangrijke onderzoek is medegefinancierd door het Reumafonds.

Bron: www.gezonderworden.nl, 30 juni 2009

**

Verduidelijking over de PARA-studie

Zwangerschap geeft meestal een spontane verbetering van de reumatoide artritis (RA). In dit onderzoek wordt gekeken naar het mechanisme dat verantwoordelijk is voor deze spontane verbetering en waarom er een opvlamming van de RA kan plaatsvinden na de bevalling.

Daarnaast wordt er onderzocht of vrouwen met RA moeilijker zwanger worden, of er meer problemen rond zwangerschap en bevalling voorkomen en of de kinderen even gezond zijn bij de geboorte als kinderen van vrouwen zonder RA. Uiteindelijk willen wij proberen aan de hand van onze resultaten te voorspellen welke patiënten een verbetering van de RA zullen krijgen tijdens zwangerschap en welke niet. Ook onderzoeken wij in hoeverre jonge moeders door de opvlamming van RA na de bevalling moeite hebben om hun kind te verzorgen.

Alle bezoeken vinden in principe bij de patiënt thuis plaats. Het eerste bezoek vindt plaats op het moment dat er een kinderwens bestaat, het laatste, zevende bezoek, zes maanden na de bevalling. In de tussentijd volgen we de activiteit van de RA nauwkeurig aan de hand van vragenlijsten en onderzoeken we het materiaal (bloed en urine) dat op de verschillende tijdstippen is afgenomen.  Ook vragen wij de vaders om eenmalig wat bloed af te staan, als zij hier toestemming voor geven.

Het PARA-onderzoek is in juni 2002 van start gegaan. Vrouwen met RA en een zwangerschapswens (of die nog in het eerste trimester van hun zwangerschap zijn) kunnen zich nog steeds aanmelden.

Bron: www.erasmusMC.nl

**

PARA-studie: ONDERZOEK NAAR RA EN ZWANGERSCHAP OP ERASMUS

Deze nieuwsbrief brengt u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de PARA-studie (Pregnancy-induced Amelioration of Rheumatoid Arthritis), het onderzoek naar reumatoide artritis (RA) en zwangerschap aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.

Wij stoppen met includeren, maar de PARA studie gaat door!
Na ruim 5 jaar stoppen we met includeren! De
reden is dat er voldoende gegevens zijn verzameld en dat we nu verder aan de slag gaan met de analyses. De vrouwen in de studie die al zwanger zijn zullen nog wel worden bezocht. De vrouwen die nog niet zwanger zijn zullen worden gevraagd aan te geven wanneer zijn zwanger zijn, maar zullen niet meer thuis bezocht worden.

Dit is in tegenstelling tot de vorige nieuwsbrief waarin vermeld werd dat het aantal bezoeken teruggeschroefd zou worden.

Even een korte terugblik.
Reumatologen in het hele land hebben de afgelopen jaren RA-patiënten met een zwangerschapswens (of minder dan 12 weken zwangerschap) aangemeld. Vanaf de start van het onderzoek hebben we ongeveer 220 vrouwen volledig gevolgd (vanaf zwangerschapswens of tijdens zwangerschap), hiervan hebben 31 vrouwen voor de tweede keer meegedaan met het onderzoek. Op dit moment zijn 15 vrouwen zwanger en volgen wij 15 vrouwen na hun bevalling.

Toekomst PARA studie
Er zijn nu voldoende gegevens om bepaalde analyses degelijk uit te voeren.
Door het Reumafonds is een subsidie verleend om de kinderen uit de PARA-studie te bestuderen. In deze studie zal gekeken worden of de ziekteactiviteit van de moeder en medicijngebruik tijdens de zwangerschap invloed hebben op de ontwikkeling van het kind. Begin 2009 zullen de deelneemsters aan de PARA-studie uitgebreid geïnformeerd worden.
Verder wordt er nog steeds onderzoek verricht naar de mechanismen waarom de reuma van de ene vrouw tijdens de zwangerschap rustig wordt en van de andere niet.
Tenslotte zal nog onderzocht worden of vrouwen met een actieve RA even snel zwanger worden als vrouwen waarvan de RA minder actief is.

PARA-studie in wetenschappelijke kringen
Ook internationaal timmert de PARA–studie aan de weg. Een artikel van Yaël de Man waarin zij het beloop van de ziekteactiviteit van vrouwen met RA tijdens de zwangerschap beschrijft gaat gepubliceerd worden in het internationale tijdschrift “Arthritis Care and Research”.
Verder heeft Yaël een studie afgerond waarin zij laat zien dat bepaalde eiwitten die vaak voorkomen bij patiënten met RA, zoals reumafactoren en anti–CCP niet dalen tijdens de zwangerschap.
Fleur van de Geijn is de laatste tijd druk bezig geweest met het aantonen van bepaalde suikergroepen op ontstekingseiwitten. Zij heeft laten zien dat deze suikergroepen anders zijn bij vrouwen waarbij de reuma verbetert tijdens de zwangerschap dan bij vrouwen waarbij de reuma niet verbetert tijdens de zwangerschap. Deze laatste  gegevens zijn gepresenteerd op het Europese Reuma congres in Parijs.

Bron: ErasmusMC, Nieuwsbrief juli 2008

Bewerking: Mia, 1 juli 2009