Dokter, mag het iets minder?

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Uit het meten van ziekteactiviteit, schade en dagelijks functioneren weten we dat mensen met reumatoïde artritis zo snel mogelijk moeten worden behandeld met reumaremmers. Vooral in het begin worden gewrichten snel beschadigd en een beschadigd gewricht herstelt zelden meer. Verschillende internationale onderzoeken laten dan ook zien dat het vroeg behandelen met reumaremmers schade voorkomt en soms er voor zorgt dat mensen later minder geneesmiddelen nodig hebben. Wanneer de reumatoloog al heel vroeg in de ziekte agressief inzet met behandelen, worden er dikwijls goede behandelresultaten geboekt.

Kun je soms ook afbouwen?
Bij zeker de helft van alle nieuwe patiënten met reumatoïde artritis is met de huidige therapieën de ziekte (haast) rustig te krijgen. Voor veel mensen is dat dan reden om vooral niets te veranderen aan de therapie, want nu gaat het goed. Toch zijn er ook mensen die zich afvragen of de geneesmiddelen misschien kunnen worden afgebouwd. Het is hierbij meteen al belangrijk om te melden dat er op dit gebied nog niet
zo veel ervaring is. Maar dat zal niet zo heel lang meer duren. Veel reumatologen en onderzoekers kijken op dit moment of afbouwen inderdaad mogelijk is. Natuurlijk kun je redeneren 'never change a winning team' en daarmee de dosering van het geneesmiddel constant houden, maar elk geneesmiddel heeft bijwerkingen.  Een  lagere dosis kan minder bijwerkingen geven. Ook de overheid en zorgverzekeraars zijn geïnteresseerd in afbouwen en dan met name van de biologicals. Dit zijn dure middelen en als ze minder worden gebruikt, levert dat meteen een behoorlijke kostenbesparing op.

Wie en hoe?
Doorgaans worden medicijnen alleen afgebouwd als de ziekteactiviteit al een langere tijd (bijvoorbeeld gedurende zes maanden) laag is. Zodra met afbouwen wordt begonnen is het van belang de ziekteactiviteit goed te meten. Mocht de ziekteactiviteit aanhoudend toenemen door het afbouwen, dan lijkt het lichaam toch meer geneesmiddel nodig te hebben. Dan zal vlot weer de oude dosis worden teruggegeven. Wanneer de ziekteactiviteit aanhoudend laag blijft, dan lijkt het afbouwen succesvol en kan (in sommige gevallen) worden gestopt met de reumaremmer.
 
Tot slot
Het afbouwen van reumaremmers, wanneer iemand langere tijd een rustige ziekte heeft, staat nog in de kinderschoenen. Veel weten we nog niet. Vandaar dat artsen en onderzoekers op dit moment druk bezig zijn om te kijken naar het effect van afbouwen, op korte en op lange termijn. Ook wordt gekeken of het van te voren al te voorspellen is bij wie het afbouwen lukt. Pas wanneer hier meer over bekend is, zal er waarschijnlijk vaker gekeken worden of afbouwen tot de mogelijkheden behoort. Van belang blijft altijd om te melden dat het nooit verstandig is om zelfstandig zonder overleg met de reumatoloog af te bouwen of te stoppen met reumaremmers. De ziekteactiviteit kan toenemen met alle schade van dien.

Uittreksel uit een artikel van Bart van den Bemt, apotheker in de St. Maartenskliniek in Nijmegen
Bron: 'In Beweging, april 2011'